Van Cat Island naar Hindeloopen

Het is helemaal geen issue. Daan heeft al een vlucht geboekt en komt naar Miami. Natuurlijk ook voor Corrie maar vooral om me te helpen om de Livingstone op te halen die nog steeds achter haar anker ligt bij Cat Island. We zijn nog even bij Corrie en eigenlijk wil ik helemaal niet weg (zo jofel ligt ze er niet bij) maar ik word dringend verzocht nu te gaan.

Met het verstand maar op nul naar Miami International Airport en verder.
Ik kan hoog en laag springen maar omdat we geen retour ticket hebben worden we geweigerd om vanaf Miami  naar Nassau te vliegen. Er zit niets anders op dan om ter plekke voor meer dan 400 dollar een retour ticket te kopen dat we nooit zullen gaan gebruiken (dan blijft u toch lekker in Miami, zei dat mens ook nog, wat een takke wijf). Daar is American Airlines nog niet mee klaar, maar met een retour ticket en een extra fee omdat we het ter plekke op het vliegveld kochten halen we nog net het vliegtuig. Goed dat Daan erbij was.
Na wat uurtjes wachten op Nassau arriveren we tegen donker by plane op Cat Island en net als de duisternis helemaal is ingevallen worden we afgezet voor de baai waar de Livingstone op ons ligt te wachten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . moederziel alleen. Shit, hoe komen we aan boord als er geen enkele boater is die ons van het strand kan oppikken.
De plaatselijke politieagente belt “stad en land” af, maar er is niemand die ons met een bootje naar de Livingstone kan brengen en er naar toe zwemmen is geen optie, daarvoor liggen we te ver van het strand af. Uiteindelijk vinden we iets wat drijft, groot genoeg voor ons beiden op het strand, en met een geleende peddel (onze waardevolle spullen netjes in de politieauto achterlatend) peddelen we naar de Livingstone. Het is opschieten geblazen met het klaar maken van de dinghy want ons breng-bootje ligt al dieper en we zijn dan ook blij dat we met heel veel moeite net op tijd dat ding op het strand kunnen zeulen (een zinkertje dus). We krijgen onze spullen (dank dank dank), werken ons in het zweet met het zeilklaar maken van de Livingstone en om 10 uur switchen we van ankerlicht naar onze driekleur.

Alsof we het berekend hebben komen we de volgende dag precies op doodtij aan bij Highborn Cay. Stront mazzel maar het scheelt een heleboel gestress. Op alle andere momenten staat hier een loeier van een stroom en wij doen het gewoon op zeil met een achterlijke wind. Het lukt me niet om contact te leggen met het Jackson Memorial Hospital maar we krijgen aan het eind van de dag een herkansing als we Nassau passeren. Hopelijk hebben we daar beter bereik. Het is hard werken op weg naar Nassau. We riskeren maar geen riffen (daar varen we dus omheen) wat betekent, gijpen en nog eens gijpen. Pas na Nassau kunnen we een andere koers varen waardoor geen zeilwisselingen meer nodig zijn. Het zeilen wordt relaxter, zeker nadat we hebben gehoord dat Corrie in een veel betere toestand is dan toen we haar gisteren achterlieten.
We zeilen de nacht in. Twee uur op, twee uur af met tussen door wat kort overleg.

Part of the collision rapport.
The Livingstone was sailing from the Bahamas to Miami with the owner Jan Steenmeijer and his son, Daan on board.
Eight hours after passing Nassau, sailing on a heading of approx. 290° and a speed of approx. 6.5 – 6.8 knots. The vessel was rigged with a full mainsail with rigged preventer, a full cutter and a half yankee. Wind was steady from direction 170° at a speed of 17 knots.
The Livingstone was sailing with navigation lights on (three color LopoLight on top of the mast), a switched on SeaMe active RADAR reflector as well as an active AIS-B transponder.

At 03:30 crewmember Daan was woken up to take over the watch. During the changing of the watch two vessels were seen coming in the opposite direction on the port side (red to red) at a speed of approx. 12 knots, the motor yacht Relentless (MMSI 319668000, Callsign ZCGL, IMO 8979855) and the motor yacht Moon River (MMSI 367594960, Callsign WDH2158). When the Moon River had closed to about 0.2 nautical miles it suddenly changed course to port, cutting directly in front of the Livingstone. When the vessel first started changing course Jan already switched to manual steering and started to change course to starboard as prescribed by the ColRegs while Daan started flashing a powerful flashlight in the direction of it’s wheelhouse.

The Moon River was too fast and too close however and the Livingstone collided with it’s bowsprit directly into the side of the Moon River with an enormous shock. Due to the speed of the Moon River the Livingstone was pushed sideways and further scraped along the side of the Moon River until the vessel had passed completely. After this contact was made with the Moon River via VHF on channel 16, subsequently continued on channel 68.
The master of the Moon River claimed their vessel’s name was actually Southern Belle, despite what it said on the AIS. Furthermore, he claimed not to have seen us either visually or on radar and asked if our lights were on and we were awake. As the Livingstone needed to continue sailing due to the condition of Corrie Luursema in the hospital in Miami, and did not appear to have sustained too much damage to be able to continue, we exchanged contact information with the Moon River/Southern Belle.   

Etc.

Nog nooit heb ik zo hard geschreeuwd, “hou je vast!!!!” Ik zag hem komen maar Daan die onder de buiskap zat dus niet. Het duurt meer dan twee dagen dat ik weer een beetje stem heb.
Wat een klap, we liggen stil en op een gegeven moment komen we los van de Southern Belle, een 100 ft motor yacht. Gelukkig heeft de preventer het gehouden en we vervolgen onze weg alsof er niets is gebeurd maar wel met een sky high adrenaline gehalte. We maken foto’s van de plaats delict (plotter) en we wisselen de noodzakelijke gegevens uit en we laten de Southern Belle weten dat we doorvaren. Het is pikkie donker, maar we zitten alsof het dag is, klaar wakker met z’n tweeën in de kuip. Morgen maar zien.
Het is overduidelijk de volgende dag, deze boot gaat niet meer zelf de oversteek doen (even los van haar bemanning) en Daan regelt ter plekke het transport (toch wel handig dat zoonlief bij Spliethoff werkt waar Sevenstar onderdeel vanuit maakt). Ondertussen worden we getrakteerd op twee dolfijnen die voor en onder de boeg doorschieten. Het verzacht de ellende enigszins want echt vrolijk word ik niet van wat vannacht is gebeurd. Het kan allemaal gemaakt worden, maar het is vooral weer gedoe.
Tegelijkertijd draait ook nog de wind, die behoorlijk is toegenomen, verder door (volgens het weerbericht zou dat later moeten gebeuren). We worden door dé (Golf)stroom zo hard weggezet (3 knopen) dat we in Fort Lauderdale dreigen uit te komen dus de motor aan (en die moest hard werken). Het is hobbel de bobbel met Daan languit binnen op de bank en ik zelf met een pilletje in de kuip. We zijn blij dat we exact midden in de nacht Miami binnen varen. Het kost dan nog twee uur varen om in Dinners Key (Key BIscane) te komen. Het was me het tochtje wel.

Het verkrijgen van een cruising permit in Miami is onmogelijk zo blijkt (omdat ik niet ga cruisen ?). Volgens mij bedenken ze ter plekke de regels. Ik moet zelfs mijn bootpapieren achter laten en je hebt het maar te accepteren (de man in uniform is de baas en dat zal je weten). Na de nodige dollars te hebben betaald mogen we weg. Niet in het weekend mijn clearance halen als ik de boot naar West Palm Beach ga brengen waar vanuit ze verscheept zal worden naar IJmuiden.

Wat een genot dat ik nu vanaf de boot naar Corrie kan. Eerst even dinghy-en (~ 15 minuten), dan een Uber rit (variërend van 20 minuten tot een dik uur), me melden bij de hoofdingang van het Jackson Memorial Hospital en een badge ophalen (Amerika op z’n best dus elke dag weer), een kopje koffie halen in het International Center van het ziekenhuis en dan naar Corrie. Tussen door heb ik het druk met bellen en mailen en daar word ik goed in ondersteund door Daan en als hij weer weg is door Jan (ze hebben elkaar op het vliegveld van Miami net gemist) die mij gelukkig ook een week vergezeld (lees ondersteund, want dat heb ik wel nodig).
Heel langzaam begin ik de boot te prepareren voor het transport dus conserveer ik de watermaker, vul de diesel tanks, zo ook de watertanks en was ik alles wat gewassen kan worden met slechts één kleine handicap – omdat onze eigen wasmachine door de klap alleen nog maar rook produceert -moet er elke dag een volle tas mee naar het ziekenhuis. Aan het einde van de dag weer schoon terug (op kosten van Eurocross, ja alles wordt bijgehouden). Wat ons echt opbreekt is dat de wind ondertussen stevig uit het oosten is gaan waaien en we niet meer zo beschut liggen en er geen mogelijkheid is om dat wel te doen. De eerste keer komen we (met Jan) dan ook sjeike nat aan bij de Marina waar we opgepikt gaan worden door de Uber. De arme drommel die toen na onze rit op de achterbank van de Uber ging zitten. Ervaringskundig nu, arriveren we in het vervolg als de Chippendales met een toegift op de steiger waarna we droog op weg naar het ziekenhuis gaan.
Ondertussen gaat Corrie steeds beter en als Jan weer naar huis gaat mag Corrie van de ICU af en gaat ze naar de REHAB. Ondertussen probeer ik het voor elkaar te krijgen dat we eerdaags mogen vliegen en vooruit lopend daarop besluit ik de Livingstone naar West Palm Beach te brengen waar ze in de tweede week van april zal worden opgepikt door de Parkgracht van Spliethoff (da’s zeker).

Het is even wennen want alles alleen doen is wel wat anders en dan ook nog in hobbel de bobbel omstandigheden. De motor op de preekstoel krijgen, de rubberboot langszij manoevreren en dan omhoog, over de kop, schoon maken (wat een troep aan de bodem) en dan eindelijk anker op. Ik vaar langs Miami en ik word gek van al die bootjes met honderden PK’s, die voor, achter en langszij  racen. Knettergek word ik ervan. Na twee uurtjes kom ik bij Fisher Island (aan de buitenkant van Miami) waar ik op aanwijzingen van de Samuel Fiveland het anker drop, goed gepositioneerd tussen de vele andere boten. Als na twee uur de stroom gaat draaien blijk ik toch wel dicht bij een groot motor jacht te komen dus vraag ik of ze blijven liggen –ja- waarop ik de ankerprocedure opnieuw doe. Als ik alles weer klaar heb (snobber erin) gaat die dikke Amerikaan (ik laat maar ff  in het midden of het de persoon is of de boot) anker op en ik bedank hem daar hartelijk voor.

Miami uitvaren in de vroege ochtend was een feest. Wind (oost dus er tegen in) tegen stroom (uitgaand dus mee) en dat tussen de pieren (1 mijl lang !). Ik steiger als een circus paard en ik krijg bakken water over maar eenmaal buiten is die ellende gauw vergeten en varen we met een lekkere gang op de motor langs de kust noordwaarts naar West Palm Beach. Ik word door Jan en Daan goed op de hoogte gehouden van mijn vorderingen en net na vieren lig ik al weer vast in de modder. Dit is de plek waar ik de Livingstone achterlaat en ik heb er dit keer geen enkele moeite mee (ze is goed verzekerd denk ik dan maar).
Terug in het Jackson Memorial komt alles in een stroom versnelling en met wat powerplay van mijn kant (ik speel wel voor verpleger want zonder mag Corrie niet vliegen) bemachtigen we de laatste twee tickets naar Schiphol (we zitten alleen in de businessclass dus er iets blijkbaar iets mis gegaan) en ik ben blij dat ik Corrie op Schiphol onder echte begeleiding een ambulance laat inschuiven en maar gelijk door naar het UMCG want deze vlieguren waren heftig. Daar scheiden onze wegen want ik ben persona non grata  (ik kom van buiten de drie noordelijke provincies (verder dus !) en ook nog uit een ander ziekenhuis) en Corrie gaat in isolatie. Het is Coronatijd in Nederland en op z’n ergst komen we er “binnen”.

Onderweg in de ambulance krijg ik te horen dat onze verwarmingsketel kapot is – doe maar een nieuwe –  en als ik na Corrie te hebben afgeleverd thuiskom is het lekker warm (wat een service) en probeer ik “het” leeg te douchen. Ik ben kapot.
Op 13 april “zie“ ik de Livingstone de haven van West Palm Beach verlaten (altijd handig als je de AIS aanlaat). We gaan naar huis.

Heel stoer varen we na een kleine vier weken de pieren van IJmuiden binnen. Samen met Daan halen we haar op en varen na een korte nachtelijke stop in Durgerdam naar Medemblik. Achter de instrumenten vinden we een kaartje waarop staat vermeld dat de Livingstone in West Palm Beach nog door een andere boot is geraakt maar het doet me niets. Dat kan er ook nog wel bij. Het kan allemaal gemaakt worden. Dat laten we doen in Hindeloopen waar ik de boot afgelopen week naar toe heb gevaren. Na de zomer klaar. Van dat proces hou ik jullie op de hoogte dus.

Zoals altijd : wordt vervolgd 

 

5 Replies to “Van Cat Island naar Hindeloopen”

  1. Jeetje Jan, wat een heftig einde van jullie mooie trip waar ik op afstand van meegenoot. Ik hoop dat het weer beter gaat met Corrie. Groeten van je oud-collega Hanke Dekker

  2. Huiveringwekkend is een ouderwets woord maar het komt bij me op als ik het verhaal zo nog eens voorgelegd krijg.home sweet home dan maar even …..

  3. We hope Corrie is almost back to her old self and that you, Jan, are staying well. The Netherlands did things right. We, here in primitive USA are in for a long pandemic. Sid and I will be home this summer for the first time in many years. I am enjoying the birds and the flowers in my garden. And socially distancing with dear, careful friends and neighbors. DOVKA is in San Francisco starting a new life with our son and his family. Very strange times. But things may get better in November. If not, may we come live in The Netherlands? Our our Best!!!

  4. Hallo Jan en Corrie,
    We hopen dat alles een beetje bezonken is, en jullie weer vaste voet aan wal hebben. We zijn onderweg naar het noorden, en misschien kunnen we elkaar ergens ontmoeten., zou leuk zijn!
    Kun je een berichtje met je tel. Nr. Sturen? Naar enjoystersailing@gmail.com
    Liefs, het allerbeste,
    Peter en Myriam

  5. Dag Jan en Corrie,

    dankjewel dat ik jullie reisblog heb kunnen lezen. Een prachtige reis, heftige avonturen. Fijn dat het nu beter met Corrie gaat. Ik heb genoten van jullie verhalen en ook met zorg de laatste blogs gevolgd.

    Mochten jullie bij Ans en Engbert op bezoek zijn, schroom niet om schuin over te steken aan de Gast. Jullie zijn meer dan van harte welkom.

    Vriendelijke groet,

    Guus en Joke

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *