De kust van Suriname heeft wel wat van Nederland. Geen bergen waar je tegenop moet kijken maar plat. Onze voorvaderen hadden het nog niet zo slecht bekeken, al is toen niet alles van een leien dakje gegaan. Laten we de geschiedenis maar niet in duiken, want dan zijn we nog wel even bezig.
De invaart van de Surinamerivier verloopt voorspoedig. Omdat we niet tegen de stroom naar Domburg willen varen, droppen we het anker vlak voor Nieuw Amsterdam. Daar kom ik er achter dat de tijd die we hadden doorgekregen om de rivier op te varen niet klopt en weldra liggen we op een stroom van meer dan 4 knopen maar dan wel de verkeerde kant op. Voor ons betekent dat, als het tij is gedraaid en we dan nog naar Domburg willen varen, we het laatste stuk in het donker moeten doen, dus meld ikMaritieme Autoriteit Suriname (MAS) dat we blijven liggen. Het voordeel is nu wel dat we een mooie tuk kunnen maken maar het blijft een teleurstelling. Komen we bijna 18 uur te vroeg aan bij de uiterton en dan weten we nog niet op die dag Domburg te halen.
Op woensdag om 11.00 uur (dat had dus de dinsdag kunnen zijn, grrrrr) maken we vast aan een meerboei te Domburg. In nog geen twee en een half uur overbruggen we de twintig mijl en dan eerst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . met Olle uit. Wat had ie het moeilijk de laatste dag.
Alles wordt in no time voor ons geregeld en zo rijden we de volgende dag met Harry naar de MAS (boot papieren), het consulaat (visum, wel in euro’s betalen!) en de militaire politie (immigratie voor de benodigde stempels in ons paspoort) en binnen 4 uur zijn we weer terug aan boord. We laten de gele vlag zakken en hijsen de Surinaamse vlag. WE ZIJN ER!
We tappen onze eerste SRD’s (kan niet meer dan 1000) en kletsen aan de bar van de “haven” met de andere boten die eerder zijn overgestoken. Mast overboord, een gebroken giek, een lijn in de schroef, water in de motor; we prijzen ons gelukkig dat we zonder enige schade aan de overkant zijn gekomen. Natuurlijk, je kunt niet alles voorkomen, maar we hebben onderweg voortdurend díe maatregelen genomen die volgens ons nodig waren voor een probleemloze overtocht en dat is dus gelukt.
Of we de volgende dag mee willen naar een Guesthouse voor een echte Surinaamse maaltijd. Daar zeggen we natuurlijk geen nee op en zo eten we voor het eerst “bang bang” (gerookte vis, om je vingers bij af te likken) en krijg ik mijn eerste Roti. Het feit dat je dat ook nog met je handen moet eten maakte het wel heel bijzonder. En dat alles in de buitenlucht bij een temperatuur van net iets boven de 25 graden (en dan is het al wel avond!).
Vanwege de temperaturen (overdag zo tegen de 30 graden maar met een bijna 100 % vochtigheid vanwege de kleine regentijd waar we ons in bevinden) besluiten we om maar niet zelf te koken, want in de boot is het al warm genoeg, Een bami met kip voor 4 personen kost maar €2,60 (echt waar!) en dan heb je nog vele andere lekkernijen tegen een soortgelijke prijs, dus de gasfles blijft lekker vol of? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Als ik terug kom met Olle van de ochtendwandeling op de 23 ste word ik op een wel hele mooie manier verwelkomt. Lang zal ie leven (en dat gaan we doen) en Olle “huilt” op zijn manier mee. De verjaardags cake was onvoldoende gerezen (wat wil je ook als je de eieren in de haast vergeet), maar super lekker en zo vier je je verjaar ’s avonds aan de bar in Domburg. Ik had dat nooit kunnen bedenken.
Het is een wel heel bijzonder land. Op dit moment staat het aan de rand van de (financiële) afgrond. Geen enkele instantie wil nog investeren in Suriname en zelfs het IMF heeft de geldkraan (een volgende tranche) stopgezet (Nederland doet al tijden niet meer zo veel). Het is jammer dat het land door slecht beleid (ik vat het maar heel eenvoudig op deze manier samen, dus verre van volledig !) zo ver is afgegleden en ik moet nog zien op welke manier het hieruit gaat komen. Zo langzamerhand werkt iedereen bij de overheid met als mooie bijkomstigheid dat als je overtallig wordt, of je wordt ontslagen, je tot aan je pensioen krijgt door betaald. Er zal dus heel hard gesaneerd moeten worden en dat geeft onrust. Eén ding is al duidelijk; Bouterse zal dat nooit in gang zetten, want men gaat hier alleen voor het eigen gewin. DOODZONDE.
Wat een schoonheid kent dit land en wat een vriendelijke mensen (Creolen, Marrons= slaven die van de plantages zijn weggelopen, Hindoestanen, Javanen, joden, Chinezen, Libanezen en blanken). Men leeft in goede harmonie samen, op de vlag zo mooi weer gegeven door een gouden ster als symbool van eenheid en gericht op de toekomst. De ster straalt in het midden van de vlag omgeven door de kleuren rood (staat voor vernieuwing en progressiviteit), wit (staat voor gerechtigheid (hum) en vrijheid), en groen (staat voor het vruchtbare land en de hoopvolle verwachting van Suriname).
In het Museum Fort Zeelandia vinden we een fragment uit het volkslied van Suriname wat zo mooi Suriname en haar inwoner typeert:
Opo kondreman un opo!
Sranan gron e kari un
Wans o pe tata komopo
Wi mus’seti kondre bun
God zij met ons Suriname
Hij verheft ons heerlijk land
Hoe wij hier ook samen kwamen
Aan zijn grond zijn wij verpand
Heel stilletjes lopen we door het museum (en we worden steeds stiller). Het is niet druk en dus lezen en herlezen we dat wat niet alleen in het verleden is gebeurd maar ook wat zich in en rondomhet Fort sinds de onafhankelijkheid (1975) heeft afgespeeld met een toch wel heel droevige markante gebeurtenis (1982) toen 15 vooraanstaandeinwoners van Suriname zijn doodgeschoten. Het was het gesprek van de dag (wij waren er bij) toen hier bekendwerd dat Bouterse mogelijk toch vervolgd gaat worden (al weet je het nooit waren vele reacties van mensen die we er over spraken).
Paramaribo is een stad die je met de auto moet doen. Je hebt dan alle tijd om alle mooie houten gebouwen te bekijken want rijden is er niet bij. Je staat namelijk voornamelijk stil. Het lijkt er op dat elke inwoner van Suriname een auto heeft en lopen doen ze niet. Ze parkeren hun auto bij wijze van spreken in een winkel of laten de auto onbemand met de motor draaiende even op straat achter. No span man (= maak je niet druk man), dus sta je “rustig” te wachten tot er weer gereden wordt.
We vinden vrij gemakkelijk de stoffenwinkel en kopen daar het noodzakelijke horrengaas voor als we de Commewijne rivier op gaan met de Livingstone. Dat is alleen te doen als je een goede bescherming hebt tegen al dat gevlieg en gezoem. We kopen op advies donkerbruin horrengaas en geen wit. Zodat we in het donker als we een lichtje aan hebben ook nog iets van de omgeving kunnen zien.
Met de Zahree (Tineke, Herbert en Doenja) doen we de tour Brownsberg inclusief een bezoek aan het Brokopondo stuwmeer. Voor Olle hebben we een fantastisch gastgezin gevonden want het is verboden een hond mee het oerwoud in te nemen, en gelukkig hoeft Olle zo niet in een hokje van een pension want dat vindt hij niet leuk.
Het is een dikke 3 uur rijden naar de Brownsberg. Eerst over asfalt (een strakke weg door het “bos”), maar het laatste stuk (13 km) kunnen we niet harder dan 20 km vanwege de kuilen, die ook nog vol staan met water van de regen.
Onze gids (een indiaan) staat al klaar en gewapend met een stok (om op te steunen bij het afdalen) gaan we het oerwoud in. Wat wij niet zien ziet onze gids wel en zo leren we op onze tocht heel wat bij. We slingeren als een aap aan een liaan, klimmen omhoog en verplaatsen ons zijwaarts, het kan allemaal dankzij de vele takken en lianen. Wat een bomen en wat ook een dikke en hoge. Het word je groen voor de ogen.
Vanaf de top van de berg zien we het Brokopondomeer waar we de nacht zullen doorbrengen. Het is al donker als we er aan komen dus tijd voor een douche, drank en een bed. Pas de volgende ochtend zien we wat de stuwdam (aangelegd door de Amerikanen om zo stroom op te wekken voor de bauxiet verwerking) heeft aan gericht.We hebben geluk dat het water niet heel hoog staat in het meer en zo zien we de restanten wat ooit het oerwoud was. Vanzelfsprekend een persoonlijk drama voor al die mensen die op die plek hun onderkomen hadden, want ze moesten vertrekken en wonen nu in dorpen om het nieuwe meer heen.
We spotten nog apen en gaan via de stuwdam aan het eind van de dag huiswaarts. Daar is in 1 klap ons fijne gevoel over deze trip voorbij als we te horen krijgen dat Olle is weggelopen van zijn logeeradres (hij heeft zich uit zijn halsband gewurmd en is onvindbaar). We zoeken nog tot het donker wordt en roepen en fluiten ons gek, maar geen Olle. Grote wanhoop en verdriet want zo verder is geen optie.
De volgende dag zitten we al om 7 uur in de auto en roepen en fluiten ons de longen uit het lijf (de zondagsrust hebben we wel verstoord) maar geen enkele reactie. ’s Middags worden we nog geholpen door de Bojangles en de Blue Nose, maar aan het eind van de tweede dag is het weer letterlijk en figuurlijk huilen geblazen. We krijgen de tip om plakkaten op te hangen bij alle Chinezen (bijna alle supermarkten worden gerund door hen) en daar zijn we de volgende dag zoet mee (tot aan Parimaribo!).
Omdat het mogelijk is om zowel radio– als TV zendtijd te kopen ben ik dinsdagmorgen vroeg in Parimaribo en daarna klinkt regelmatig voor de radio; “Olle, een langharige Hollandse schapendoes is vermist, wie heeft hem gezien” (een spotje van 15 seconden) en ’s avonds verschijnt meneer op de TV op prime time (30 seconden). Men vond het niet verstandig om de €100,- beloning te noemen omdat “het is Suriname man” (je loopt dan het risico dan men zegt de hond te hebben en bij het ophaalpunt krijg je dan wel een pistool onder je neus om de €100,- af te geven, maar geen Olle).
De dag na de TV uitzending (alweer woensdag) krijgen we een telefoontje dat Olle is gesignaleerd vlak voor Paramaribo (een dikke 20 km van Domburg) dus wij in de auto en racen naar de plek, maar na 3 uur zoeken, geen Olle. Om stapel van te worden. Dan worden we, als we daar nog rondrijden, gebeld (we hebben een Surinaams telefoonnummer aangeschaft) dat Olle al sinds zaterdag bij hun in huis is maar dat ze nu pas het plakkaat hebben gezien, dus of we Olle willen komen ophalen. Een huis nog geen 300 meter van waar Olle aan het logeren was. Ik moest wel opschieten want ze gingen zo weg.
Nog nooit heeft een auto zo snel de afstand Paramaribo – Domburg overbrugd (en dan ook nog links rijdend) en JA, daar stond onze Olle. Wat was hij blij en wat waren wij blij. De €100 gegeven en wij aan boord. Een happy end maar het heeft een diepe, hele diepe indruk op me gemaakt. Hoe een hond zo je leven op z’n kop kan zetten en je tot wanhoop drijft en je zo verdrietig maakt. OK, er komt een moment dat hij komt te overlijden maar daar ben je dan bij en dan kun je hem laten weten: “je was een goede hond”, maar zo verdwijnen in the middle of nowhere (Suriname), dat was niet te verteren geweest.
Gelukkig zijn onze acties (roepen, fluiten, iedereen aanspreken, beloning, facebook, radio en TV spotjes) de juiste geweest want normaliter worden rashonden (en dat is Olle) nooit terug gevonden. Wij vinden het raar dat men niet even de politie belt: “er is vanmorgen in paniek een hond komen aan lopen”, maar men gaat hier (ik noemde het al eerder) voor het eigen gewin, dus of men gaat de hond verkopen of men gaat voor de beloning. Het zij zo.
Olle heeft in elk geval heel duidelijk zijn “vlag” geplant. Loop ik vanochtend met hem te wandelen, stopt er een vreemde auto, “he Ollie, je bent weer terug” en zo schiet iedereen mij aan. Nee Olle (en en passant geldt dat nu ook voor ons) zijn geen onbekenden meer in de Domburg gemeenschap, maar wat wil je ook als je als hond op de TV bent geweest.
Vandaag (5 februari) een workshop Surinaams koken (Olle blijft aan boord) en dan een week met de Livingstone de Commewijne rivier op alvorens we naar Trinidad & Tobago varen (de beroemde Pirate Bay), maar dat lezen jullie in het volgende blog.
Let, Tineke, Daan, Doenja, Jan, Agnes, Christine, Herbert, Joke, Rob, Annemarie, Baudine, Henk en alle anderen, hartstikke tof dat jullie er waren.
“we hebben er weer zin in”














dit is in ieder geval een stukje Surinaamse geschiedenis met een happy end!!
Wat een nachtmerrie met Olle! En mooi dat jullie door zoveel reuring te maken hem terugvonden.grappig om te lezen vond ik:1 dag vertraging bij Domburg…grrr…..(op een wereldreis van jaren)….hahaha.geniet ervan!
Oohh die Olle. Wat een nachtmerrie en wat fantastisch dat hij er weer is. Tsjonge jullie maken wel wat mee zeg. Suriname ziet er heerlijk uit. Hier wordt het weer winter maar daar hebben jullie geen last van. Geniet ervan en vaar weer veilig.
We dachten dat 't TarZan was, maar zo te zien wordt t TarJan!
Gefeliciteerd met je verjaardag en met Olle. Get your kicks on route 66!
En natuurlijk bedankt voor de mooie verhalen. Genieten en doorgaan daar.