Van Chesapeake City door de Chesapeake Bay naar beneden is slechts 185 mijl (± 330 km). We zijn heerlijk bijgekomen in The Basin van het CD Canal (Chesapeake-Delaware) maar we moeten verder. We moeten, het klinkt raar als je zeeën van tijd hebt maar daar ontbreekt het nu net aan. We willen weer van alles. Annapolis, Ron en Nancy bezoeken, Washington en op bezoek bij Sid en Rebecca. En niet onbelangrijk, we moeten voor 4 november in Norfolk zijn omdat ik vanuit daar even op en neer naar Nederland vlieg (we hebben echt een rijbewijs nodig), dus het anker omhoog want we doen het niet even. De wind komt namelijk uit “de zuid” wat zal neerkomen op het dubbele van de 185 mijl. Voor jullie die dit nu lezen, ” het ging zoals het ging en het werd zoals het werd”.
Vanuit The Basin gaan we op de fiets naar Elkton voor extra data, een zes mijl verderop aan de andere kant van het CD Canal. Op de één of andere manier zijn we door ons tegoed heen en zonder “verbinding” met de wereld kunnen we niet meer. Bepakt en bezakt (en met nieuwe data) komen we weer terug bij de dinghy (de brug 2x bedwongen!!). Omdat we horen dat er een liquor store dichtbij is (met de auto slechts 5 minuten en we hoeven niet weer de brug over), leggen we alles in de dinghy en gaan en route. Na een half uur fietsen langs de high way staan we ons bij een tankstation af te vragen waar we mee bezig zijn. Is alcohol zó belangrijk? We storten ons hart uit bij een ”can I help you” (blijkbaar geven we een vragend signaal af). Het blijkt dat we er bijna zijn maar we krijgen te horen dat “de liquor store wel een dure is”.
In de store zien we onze GIN (the Original Gordon’s London Dry ) voor slechts $13,10 en nog wel voor een liter. Hoezo duur, zo goedkoop (ook nog even omrekenen naar de euro) hebben we het nog nergens gezien, dus voor de komende tijd hebben we genoeg. Wel ging door het spul achterop het fietsen wat zwaar, maar het ging zo als het ging. Wanneer we weer nieuwe nodig hebben? Tja, dat gaat zoals het gaat en het wordt zoals het wordt. Proost in elk geval.
Door alles wat we nu gekocht hebben lukt het niet om het in één keer aan boord te krijgen dus na het overbrengen van de boodschappen haal ik de fietsen op die zijn achter gebleven. Als ik die in de boot heb hoor ik;
“Sir, waar zijn uw life jackets”?
“Pardon”?
“Ik moet u een boete geven van $90,-“.
“U maakt zeker een grapje”,
“En mag ik uw ID even zien”?
Op de steiger staat een Trumpiaan in een Coast Guard outfit en ik zit in een bijbootje met twee fietsen zonder ID en life jackets. Foute boel, dus tijd om uit een ander vaatje te tappen.
“Wat goed dat u dit doet. Ik wist het niet. Zijn er nog andere dingen die ik moet weten want zo lang zijn we nog niet in Amerika”.
Wel, het is belangrijk (of te wel verplicht begrijp ik nu) op de dinghy de naam van de grote boot te zetten (oef, hebben we ook niet) maar een tip, niet te groot want als je je dinghy in een dinghy dock hebt liggen kunnen potentiele dieven zien dan je niet aan boord bent. En wat betreft de life jackets.; ja die moet u bij u hebben maar u zal wel dure hebben, want u vaart mogelijk op zee”?
“Ja, die laat ik niet zo maar in de dinghy liggen als we aan de wal gaan dus hebt u daar ook een tip voor”?
En daar wordt nu over nagedacht want , “yes, daar hebt u wel een punt”.
We blijven het maar zo doen zoals we het tot nu toe doen en hoe het wordt zien we wel. We zijn dan wel in overtreding maar als er wordt geconstateerd – geen life jackets – dan zijn ze toch net gestolen?
Met de zuiden wind zeilen we in dagtochten naar Annapolis. Er is geen betere plek dan de Crab Creek kregen we van de zomer in Maine te horen en dat kunnen we nu beamen. Hoewel Gemma de port officer (Nederlandse maar al vijftig jaar in de US) een eigen steiger heeft, liggen we lekker midden in de Creek waardoor we van vroeg tot laat zon hebben en iedereen die voorbij komt een praatje komt maken.
Op de fiets zijn we binnen een half uur op de Naval Academy en daar doen we de tour (eerst een film en dan op pad en omdat we boven de 65 zijn krijgen we korting). Vlak voordat we het terrein op gaan (altijd security) worden we aangeschoten door een midshipsman. “Wat heeft u super gave fietsen” en zo praten we hem bij over onze Bromptons en krijgen we van deze tweedejaars alle ins en outs te horen van deze Academy. Aan welke regels je je moet houden, wanneer je een uniform aan moet (als eerstejaars moet je altijd – waar dan ook- zo rond lopen), welke rituelen er zijn en wat het betekent als je klaar bent met je studie (= bachelor). Je kunt er alleen maar “opkomen” als je wordt voorgedragen (congresman of senator van de staat waar je woont) en je moet goede studieresultaten hebben op je high school en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Amerikaan zijn. Het had me wel iets geleken. Al met een al een hele boeiende Bachelor (heel veel sport) met interessante afstudeerrichtingen en altijd verzekerd van een baan (je hebt tenslotte getekend).
Na dit schoolse is het tijd om Washington DC te bezoeken. Met de commuter is dat vanuit Annapolis prima te doen. Zo zitten we om 7.45 uur al in de bus en komen we om 9.00 uur bij in een Starbucks direct tegen over het Capitool. Het Capitool kent een hele zware screening. Omdat we nog wat te eten in onze rugzak hebben mogen we niet naar binnen dus gaan we rechtsom keert. We gaan toch geen eten weggooien. Via de Supreme Court komen we uiteindelijk toch in het Capitool waar we met vele anderen een rondleiding krijgen.
[advanced_iframe securitykey=”b0c64f6ccb85c093f4eb5936dad126dcca14c6ad” width=”560″ height=”315″ src=”https://www.youtube.com/embed/1dWAiY7E9eA?rel=0″ frameborder=”0″]
We vragen een permit om het House of Representatives te betreden (wel even je paspoort laten zien), maar als we in de rij staan komen we er achter dat ze in reces zijn tot 14.00 uur (je wilt ze tenslotte toch zien debatteren) dus besluiten we de rij te verlaten en om de tijd te overbruggen de bibliotheek van de congresmannen te bezichtigen. We boffen met de gids die we hebben. Wow, wat weet ze er veel van en de tijd vliegt voorbij. We moeten ons haasten om op tijd te zijn voor ons (tweede) House bezoek. Opnieuw security, alles afgeven (zelfs je cell phone) en zo sta je meer dan een uur te wachten (van je ene voet op de andere) maar eindelijk mogen we erdoor en gaan we met nog 14 gelukkigen met een lift naar boven. Dan eerst weer door de detectiepoortjes en naar binnen waar . . . . . . . . . . . . . . . . . het House leeg is. Men is ondertussen weer in reces en de verwachting is dat men zo tegen 16.30 uur weer bij elkaar komt om te stemmen. Balen, daar heb je dan al die tijd voor in de rij gestaan. We gaan er niet op wachten en zo verlaten we het Capitool. Op weg naar het Washington Monument wippen we even binnen bij the National Gallery en doen alleen de Vermeer tentoonstelling (mooi dat we dat even mee kunnen maken) en uiteindelijk stappen we in de bus direct achter het Witte Huis. We zijn moe dus morgen maar rust.
We worden op onze wenken bediend. Of we zin hebben om opgehaald te worden (de volgende dag). Neem vooral vuile was mee, hoe meer hoe beter. Ze (Ron en Nancy) hebben een schitterend huis aan de Fishing Creek. Amerikaanser kan het bijna niet. Een kast van een huis, alles dubbel of drie dubbel en een eigen dock, een behoorlijk eind de kreek in. Sinds lange tijd weer eens heel ongegeneerd, heel, dus heel lang gedoucht. Het was weer heel gezellig en met een schone tas was en een schoon lijf roeien we weer terug naar de Livingstone en gaan op tijd ter kooi. Morgen wacht een nieuwe dag Washington DC.

Het Building Museum valt ons een beetje tegen. Op zich een mooi gebouw maar dan houdt het ook op dus lang blijven we er niet. Op naar de National Archives. Het kostte wat moeite om naar binnen te komen (er was slechts 1 detectiepoortje in bedrijf en we waren niet de enigen die de Archieven wilden bezoeken), maar hier ligt “het hart” van Amerika netjes opgeborgen en dat wilden we zien (de Declaration of Independance, de Constitution en de Bill of Rights). Precies vandaag, 25 jaar na het in werking treden van de Kennedy Assassination Records Collection Act, heeft Trump alle files vrijgegeven, maar veel wijzer worden we er niet van. Dat “het” nog altijd nieuws is merken we zowel in dit museum als op Arlington waar we later op de dag naar toe gaan. We fietsen de Mall af en gaan via het Lincoln Monument over de Memorial Bridge naar Arlington. We worden vriendelijk verzocht onze fiets bij het Visitor Center achter te laten, een kleine tegenvaller, maar ach wat maakt het uit. Op de boot is het weer zitten geblazen. In stilte en respect staan we stil bij 22 november 1963 (het is er druk) en horen we even verderop een lofzang aan over Robert Kennedy die een hele bescheiden plaats heeft gekregen (maar zeker niet minder waardig vind ik).
Arlington is dé begraafplaats voor Amerika en elke dag worden er al dan niet met militaire eer mensen begraven en herdacht. Het is groot, heel groots.
21 stappen, 21 seconden rust en 21 stappen en dat 24 uur uur, dag in en dag uit, het hele jaar door, weer of geen weer. Zo worden de slachtoffers herdacht uit alle oorlogen waar de US de afgelopen eeuw bij betrokken was. We lopen in meer dan 21 seconden terug naar onze fietsen en peddelen naar de ingang van de metro. Met de fiets als koffer (vuile blikken keken ons aan in de metro want het was ondertussen spitsuur dus erg vol) gaan we op weg naar Falls Church, een plaatsje ten noorden van Washington waar onze buddies van de Main Rally wonen. Het is weer veel te gezellig maar gelukkig blijven we slapen. We worden de volgende dag op tijd weer naar onze boot gebracht en zetten zeil, op naar Norfolk. Er staat een mooie niet al te sterke zuiden wind of . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .?
Na 4 uur batsen en een klein uur schommelen voor de wind liggen we bijna weer waar we zijn begonnen. Het was geen doen (van 10 naar 25 knopen op de kop). Wel meer dan 30 mijl gezeild maar amper zuidwaarts gekomen. De tweede poging gaat de volgende dag een ietsje beter maar ondanks het feit dat we vroeg zijn vertrokken (wederom een zuidenwind dus kruisen) moeten we vanaf 4 uur de motor bij zetten om voor donker “binnen” te zijn. Dat laatste is echt een must want de Chesapeake kent veel onverlichte boeien en potten en visstaken die overal staan.
Hoewel het weerbericht elke keer een goede wind voor ons in gedachten heeft, is de realiteit anders en zo zeil-motoren we verder de Chesapeake Bay af. Ik word daar niet vrolijk van. Hebben we nu een zeilboot of iets anders. Ook nu weer worden we door ons eigen “moeten” goed afgestraft want eigenlijk zouden we gewoon moeten blijven liggen. “Geduldige schippers hebben altijd een goede wind” (hum), maar ja, er moet er zo nodig eentje naar Nederland, dus zuidwaarts!

Via Deltaville waar we de motor laten servicen, zeilmotoren we verder om halverwege op weg naar Norfolk mooi beschut in een ankerbaai de nacht door te brengen. We liggen nog niet vast of de wind komt uit het noorden met alle verschijnselen van dien (we liggen nu opeens aan lagerwal). Blijven we liggen of gaan we anker op? We geven wat meer ketting maar leuk is het niet in bed. Bij het ochtend gloren varen we in een stevige zuidenwind (ondertussen weer gedraaid) op weg naar Norfolk. We zeilen! Met een dubbele rif en de kluiver en kotter helemaal uit, nemen we de golven gemakkelijk. Echt genieten tot 13.00 uur want dan is de wind opeens op. Er zit niets anders op dan verder te motorren en zo komen we ver voor de avond aan bij Gary en Greta die al klaar staan om onze lijnen aan te pakken. Leuk om hier weer te zijn.
De Chesapeake Bay bedwongen. We hebben gemakkelijker tochten gedaan maar het ging zo als het ging en het werd zo als het werd. De koffer staat ondertussen gepakt, het boodschappen briefje (laat dat “je” maar weg) in de handbagage en morgen op pad en over 10 dagen weer terug met een rijbewijs. Ik krijg het druk in Nederland. Mocht ik je niet tegen komen dan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gaat dat zoals het gaat.




Proost!
Wel bij ons even langs hoor!!!
Rob en Nienke
Leuk verhaal! Worden helemaal meegevoerd in jullie Amerikaanse avontuur en zéker enthousiast van… succes in NL!
Echt leuk om te lezen, kan het me zó voorstellen…
Prachtig verhaal Jan en Corry. We leven mee. Onze boot ligt nog op Tenerife. Zijn nu in Japan waar onze schoondochter maar niet wil bevallen. Al 10 dagen overtijd. Rustig afwachten. Het gaat zoals het gaat.
ik mis ‘ik kom zoals ik kom’… maaar verder een steengoed blog! leuk, wat voor mensen jullie allemaal ontmoeten; van tweedejaars midshipsman tot aan trumpiaanse veldwachter…
jullie kennen half amerika inmiddels zo te lezen!kreeg je nu die boete of heb je hem weg kunnen praten?cu soon? Enfin het zal gaan zoals het gaat
Goede reis Jan! Dat rijbewijs zal vast probleemloos gaan en anders heb je weer een goed verhaal voor ons bloglezers.
Veel plezier in Nederland. Je hebt vast geen tijd maar als je in de buurt bent…..? Altijd gezellig.
Groet Ruth