We hebben 10 dagen in Las Palmas gelegen en dat was niet de bedoeling. Maar ja, je hebt het weer nu eenmaal niet in de hand, dus in de tijd dat jullie allemaal dachten; ”die zieltjes zitten nu midden op zee”, zaten wij te genieten op een terras in de stad of hadden we “crossers” bij ons aan boord voor een glas en/of bord. Nu jullie dit lezen zijn we veilig en goed aan gekomen op de Kaap Verdische Eilanden maar daar straks meer over.
Het was een bijzondere haven in Las Palmas. Groot, tegen de 8 baans weg aangeplakt maar ook weer dichtbij het centrum. Een gewilde plek voor overwinteraars, mijn in ziens zeker veroorzaakt door de lage havengelden (wij betaalden voor een nacht slechts €10,12).
Met het havenkantoor hebben we een speciale relatie opgebouwd. Het begon al toen we aankwamen. Nadat Corrie een paar keer had opgeroepen kwamen we er achter dat in deze haven opgeroepen moet worden op kanaal 11 in plaats van kanaal 09. Toen we contact hadden; ”hoe we het in ons hoofd hadden gehaald om de haven binnen te varen, want misschien was er wel geen plaats”. Nou ja, we waren er even stil van (zo’n verwelkoming hadden we nog niet eerder mee gemaakt) maar uiteindelijk ;“we moesten maar voor het haven kantoor gaan liggen en ons dan melden”. Na de inschrijfprocedure (en denk daar niet te licht over; duurde iets minder dan een half uur met als uitkomst 4 papieren voorzien van vele stempels) kregen we een mooie plek toegewezen. Later hoorden we dat je eerst buiten de haven voor anker moest gaan en dan duurde het soms enige dagen voordat je een plek toegewezen kreeg. Niet slecht gedaan Livingstone!
Heel gek, maar we hadden beiden niet de behoefte om Gran Canaria (nog eens) per auto te doen. Dat hadden we een aantal jaar geleden al gedaan. Wat dan wel: ’s ochtends bij zonsopkomst soms een loopje (in tegenstelling tot wat ik gewend was moest ik hier langs de 8-baans weg lopen – lawaaierig en stinkend), brood halen met Olle met als traktatie een stukje brood van de winkel juffrouw (Olle dus), ontbijten, koffie drinken en dan waren we bij wijze van spreken al weer halverwege de dag. De rest van de tijd hebben we gebruikt voor boot zaken want die zijn er altijd en we kwamen tijd te kort.
Omdat we slechts een week op zee zitten naar Kaap Verde hebben we beperkt verse inkopen gedaan. Ik moet me dan wel beheersen want ziet het er allemaal mooi uit. Ter voorkoming van ongedierte aan boord hebben we alle aankopen grondig gewassen en nu maar hopen dat we verschoond blijven van welk ongedierte dan ook (tot nu toe gaat het goed). Hiermee in nauw verband staat met schone “schoenen” aan boord komen, al moet ik heel eerlijk bekennen dat we daar niet goed in zijn. Dat betekent dat je altijd op blote voeten aan boord loopt (vindt mijn nieuwe voet niet lekker). Met alle respect voor hoe andere zeilers dat doen (er staat dan een tobbe op het dek waar je je schoenen in moet doen), dat is ons niet gelukt. We zouden dan ook elke keer als we met Olle zijn uit geweest, zijn poten moeten desinfecteren. Voor Olle geen pretje. We gaan maar door zoals we het doen en blijven alert op alles wat beweegt in en op de boot.
Wat hebben we een plezier van onze vouwfietsen. Niet dat Las Palmas , op de boulevard weg na, een echte fietsstad is, maar we crossen de hele stad door, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . met Olle achterop in zijn mand. De opmerkingen zijn niet van de lucht. Oh, moet je zien en dan in het Spaans.
Op naar de Mercado Alto, naar de Mediamarkt, naar onze ferreteria (een soort Henk Nieboer voor de oudere Groninger), of naar de Policia voor onze uitklaringspapieren (vanuit de haven slechts 4,5 km verderop, echt handig dus als je een fiets hebt!) en dat terwijl we in onze Sailors Cruising Guide lezen dat, als je iets van boord moet doen als je gaat crossen, dat wel de fietsen moeten zijn (nemen veel ruimte in en je zou ze niet meer gebruiken). Wij zijn het daar niet mee eens, al beamen we best dat het af en toe gedoe is om die “krengen” (dan zijn het echt krengen) achterin weer op te bergen. En ja, ze nemen ruimte in maar die hebben we toch?
Naast al dat boodschappen gedoe hebben we het ook druk met onze sociale bezigheden. We doen mee aan de Hollandse avond, gaan op bezoek, of hebben zelf de boot vol. Het komt voor dat we dubbel geboekt worden, maar dat weten we handig op te lossen en zo – ja echt! – voorkomen we teleurstellingen. De verjaardag van Corrie doen we in bescheiden stilte maar diegenen onder jullie die dit feestje gemist hebben kunnen in januari voor de herkansing (van harte welkom!).
Dan is het eindelijk zo ver dat we op weg kunnen naar de Kaap Verdische Eilanden. Ik betaal het havengeld (er waren 11 zeilers voor me dus dat betekende 3,5 uur wachten). Ik heb me beheerst maar je zou eigenlijk geld toe moeten krijgen) en maak de boot klaar. De wind is eindelijk naar het noorden gedraaid en blijft voorlopig uit die richting waaien. We worden na te hebben getankt uitbundig uit getoeterd en zetten zeil op zondag 3 december. Zoals het weerbeeld er uit ziet kunnen we er binnen 6 dagen zijn.
Het is lastig zeilen zo pal voor de wind die voortdurend wisselt in het noordoostelijk kwadrant en dan ook nog in combinatie met een swell die vanuit het noordwesten onder ons doorrolt. In plaats van pal voor de wind te varen, het grootzeil aan de ene kant en de kluiver uitgeboomd aan de andere kant (als het hard waait zoals de eerste dagen dan hebben we een dubbel gereefd grootzeil en bomen we de kotter uit) besluiten we te gaan afkruisen, waardoor we veel minder schommelen en het leven aan boord veel aangenamer wordt (zie kaartje; degene onder jullie dat dachten dat we voortdurend in de lorum waren hebben het dus niet juist). Maar door het op deze manier te doen is het één en al feest.
Zeker als we ook nog een aantal keren verrast worden door dolfijnen die er een ware show van maken. Uit het water springen, met zijn zevenen voor de boeg van de boot zwemmen, onder de boot door, je komt ogen en handen (door de flinke zeegang moeten we ons goed vast houden) te kort. Wat een spektakel. We maakten ons wel zorgen over onze vislijn die we uit hadden, maar dat was overbodig. Na het binnenhalen zat onze inktvis er nog aan en jullie snappen dus dat ons vissersgeluk tot nu toe nul komma nul is.
Hoe zuidelijker hoe warmer. Wel, dat geldt wel voor overdag maar ‘s nachts was het toch wel even anders. De harde wind die van achteren de kuip in blies maakte het wachtlopen (=zitten in de kuip) niet echt aangenaam. Wat heb ik het koud gehad. Ondanks mijn thermo ondergoed, mijn warmte pak en sjaal met muts (Corrie had mijn overlevingspak al “gevacumeerd” anders had ik die weer aangetrokken) trok ik het net. Corrie heeft iets meer vet op de botten maar ook voor haar was het op het randje van leuk. Gelukkig kunnen ’s ochtend, al vrij snel nadat de zon is opgekomen, de kleren uit en warmen we weer wat op, maar de hele trip zitten we vanaf het douchen in de kuip (zo tegen vier uur ’s middag) tot de volgende dag, warm in het pak (ik zeker).
De boot doet het prima en al vrij snel raken we in een soort routine. Kruisje in de kaart zetten, op zijn tijd een rif zetten of ontreven, gijpen (zie kaartje), Olle uitlaten, lezen, puzzelen, de mail bijwerken (sy.livingstone@myiridium.net) , eten, drinken en (bij) slapen, de dag is voorbij voordat je er erg in hebt. Omdat we altijd één van ons beiden in de kuip willen hebben doen we het volgende wachtsysteem dat ons goed bevalt.
Ik probeer te slapen tussen zeven en tien uur ’s avonds. Dan gaat Corrie ter kooi tot twee uur waarna ze het van me overneemt tot vijf uur. Ik mag dan weer en Corrie heeft dan “vrije uitslaap” tot in de morgen. In de loop van de dag doen we elk nog een tuk wanneer het ons uitkomt. Olle blaft als hij uit moet, dus dat doen we al naar gelang het uit komt, maar als er eentje slaapt dan is hij dat wel deze reis (hij houdt de wacht over ons).
Omdat ik al vroeg ga liggen ( in slaap vallen gaat me dan ook heel goed af) eten we nu ’s middags warm en elke dag sluiten we samen af met een glaasje in de kuip.
Wat wil een mens nog meer. Nou eigenlijk niets en we voelen ons dan ook echte gelukvogels. Ben je het ene moment op de Canaries, het volgende moment ben je op weg naar een ander werelddeel en dat allemaal op eigen kiel. De verwachte 6 dagen die we er over zouden doen gaan we niet helemaal halen (ik schrijf dit alles nu in de kuip op zaterdagnacht 10 december). Allereerst doordat we nu geen rechte lijn varen naar Sal, maar ook omdat we op de dag na Sinterklaas (die man wilde geen pakjes achter laten omdat onze schoorsteen was afgesloten en hij de diameter van de pijp te klein vond; ik ga nu voor Santa Claus!) te maken kregen met weinig wind, waardoor we er een ietsje langer overdoen. Omdat we niet in het donker willen aankomen hebben we zelfs wat zeil geminderd en zo hopen we – deo volente – nu voor aanvang kerkdienst op zondag 11 december aan te komen op Ilha do Sal. Daar zal ik proberen dit bericht zo snel mogelijk te “posten” en zal het volgende blog gaan over alles wat we op Cabo Verde hebben beleefd (wordt “gepost” voordat we gaan oversteken naar Suriname, I hope)
![]() |
| na het inklaren mag de vlag gehesen worden |








Wij dachten inderdaad o wat zijn die lang onderweg…..maar het lijkt wel een zeer smoothe overtocht.afgezien van die hazenslaapjes dat lijkt me echt vreselijk. En we hebben nu geleerd hoe die route loopt naar de overkant, ook interessant.De eenzaamheid van de zeezeiler lijkt ver weg, als ik zo jullie huidige sociale leven volg……en dat is mooi.happy sailing!