Het weer is wat van slag op de Canarische Eilanden. Niet dat het koud is of de zon niet schijnt, maar de altijd (stevig) waaiende noord ooster waait niet. Wat er dan wel waait? daar is geen peil op te trekken. En zo gaan we na twee weken Lanzarote, met niet al te veel wind, op weg naar La Gomera. Een dikke 200 mijl. We besluiten om langs de oostkust van Fuerteventura te zeilen (een beetje om, maar hier zien we de meeste “wind”). In tegenstelling tot wat de gribfiles aangeven (= tekens op het weerbericht kaartje die de sterkte en windrichting aangeven), hebben we een mooie straffe achterlijke wind en dat blijft zo tot halverwege het eiland waar we in de baai van Gran Tarajal het anker “neerleggen”. Het is ondertussen donker geworden en dan is het de volgende dag altijd weer een verrassing hoe de wereld er daar uit ziet.
![]() |
| op toestel van Corrie Fuerteventura |
Niet gek, maar geen reden om de volgende dag een “rustdag” in te lassen, des te meer daar het lange termijn weerbeeld een windverwachting aangeeft van westenwind en willen we niet die kant op? We nemen de gok (ondanks de weinig wind die voorspeld wordt) en gaan alweer op tijd op pad. We halen alles uit de kast (elk uur wel een zeilwisseling om de gang er in te houden) maar als net voorbij het zuidelijke puntje van Fuerteventura de wind er helemaal mee ophoudt besluiten we op de motor terug te varen (4,5 uur) i.p.v. door te motorren naar La Gomera (dat zou nog 20 uur betekenen).
We hebben nl een aantal principes:
1. We varen bij voorkeur met achterlijke winden
2. We gebruiken de motor alleen als het moet
3. Aan klapperende zeilen hebben we een hekel
Gelukkig kennen we het plekje nog en weten nu het donker is, hoe de omgeving eruit ziet. We besluiten een dag op de wind te blijven wachten en gaan anker op naar de haven. Bij het ankerop gaan ziet Corrie de snubber (= een rekbare lijn die wordt vastgemaakt aan de ankerketting waardoor je mogelijke schokken van het achter anker liggen, opvangt) in het water glijden dus eerst wat woorden die we hier maar niet herhalen. Wat ligt het daar toch mooi op de bodem maar wel op 6,5 meter. Omdat dreggen niet lukt, uit de kleren en YES, hebbes. De parelvissers hebben er een concurrent bij, al heb ik Corrie wel verzocht een mogelijke volgende keer dit in ondieper water te doen.
Gran Tarajal is geen toeristisch stadje en dat heeft wel wat. Het is druk met de autochtonen want iedereen is druk in de weer (en heeft vrij) voor het naderende Todos los Santos (een feest op 1 november). Ik probeer bij Vodafone een nieuwe data-kaart te scoren maar beide personeelsleden spreken alleen Spaans (in de winkel zijn alleen maar Engelstalige folders dus je zou toch denken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .). Ik begrijp uiteindelijk dat ze bedoelt dat ik met behulp van Google Translate moet duidelijk maken wat ik wil maar ja, daar heb je internet voor nodig en kwam ik daar nu net niet voor? We gaan maar naar de SPAR waar free wifi is en besluiten op La Gomera orde op zaken te stellen. Dan maar even geen gmail (op zee gaat dat toch al niet).
Na een aarzelend begin, krijgen we toch de voorspelde wind en varen we de volgende dag heel relaxed richting La Gomera (een dikke 175 mijl). We moeten onder Gran Canaria door en ervaren daar wat de acceleratiezone betekent. We hebben uit voorzorg een rif gestoken en de kluiver wat ingedraaid (was ook nog wel nodig want in no time een extra 10 knopen wind erbij) maar we ervaren ook dat je voorbij het eiland in een complete windstilte verzeild raakt (dan maar even de motor bij om de wind weer op te pikken). We laten Tenerife aan stuurboord liggen en na anderhalve dag mooi zeilen (in de blote bast!) leggen op La Gomera.
![]() |
| haven San Sebastian |
Hoe verder westwaarts in de Canarische Eilanden des te mooier hoorden we van velen die we onderweg troffen en inderdaad, La Gomera is een wonderschoon eiland. Het plaatsje San Sebastian ligt mooi ingeklemd tussen 2 hoge bergen en daar achter verrijzen nog veel hogere. Er heerst een gemoedelijke sfeer en heel groot is het ook weer niet. Vergelijk het maar een beetje met de Dorpsstraat van Vlieland al doe ik daar mogelijk beide plaatsen mee te kort.
Met de auto gaan we de bergen in en zijn in no time “in de wolken” Niet vanwege het uitzicht maar het hoost en het zicht bedraagt niet meer dan 30 meter. Niets is veranderlijker dan het weer in de bergen en zo hebben we die middag nog een mooie wandeling kunnen maken terwijl de zon haar uiterste best deed om door de wolken heen te komen. We houden ons warm door er stevige de pas in te houden met af en toe een veeg langs de neus voor het bekende neusvocht. Bij het uitstappen in de haven lopen we weer tegen een muur van warmte aan en “geen drup gehad “ vertelden de buren.
De volgende dag zit het weer ons echt mee en rijden we met de auto langs de noordkant van het eiland. Wat een vergezichten en hoe groen kan een eiland zijn. Olle vindt het helemaal tof want de 15 graden (warmer is het niet in de bergen) doet hem weer rennen als van ouds. Hij roffelt er over als hij een stok komt terugbrengen.
‘s Avonds zitten we heel gezellig bij onze buren die de oude boot van Jopie (Alberda) hebben gekocht. Was het de Spirit of 96, nu alleen nog de Spirit. Wat weer een toeval (en zij kennen weer de Faba Lobi) en wat kom je een boel leuke mensen tegen. We hebben moeite om al onze verplichtingen in een haven na te komen (het gaat net zullen we maar zeggen, maar met geen enkele tegenzin hoor!). Daarom nu “rust” en gaan we op weg naar La Palma (nog westelijker dus dat belooft wat!).
Het is een kleine 60 mijl en omdat we nu eens niet in het donker willen aankomen varen we om iets na zevenen de haven uit. Het is net licht geworden op deze toch ook wel sombere dag; Trump heeft mogelijk gewonnen horen we als we wegvaren. Als we het eiland hebben vrij gevaren (een dik half uur op de motor tegen grote golven in) pakken we de wind op en kunnen in 1 rechte lijn aankoersen op Santa Cruz op La Palma. In een holle zee varen we, geholpen door een straffe wind (5 bft, schijnbare windhoek van 70), snel naar de haven en strijken we ruim voor donker de zeilen. Een nieuwe haven maar men is vergeten de swell buiten de haven te houden. Hoewel we ook lijnen naar de andere kant hebben uitgezet (geen buren) liggen we wel zo aan de lijnen te rukken dat we, als we wakker worden (hebben we wel een oog dicht gedaan?), direct besluiten naar de andere kant van het eiland te varen (een kleine 30 mijl). We waren gewaarschuwd maar we dachten: ”het valt wel mee met die swell”
Vrij naar Dick Bruna’s: “Daan Douwe ging uit varen”
De Stenen gingen uit varen
Met hun bootje over de zee
De swell die zou zijn in de haven
De Stenen dachten: die swell dat valt wel mee,
(Hoewel gewaarschuwd voor twee)
en zo varen we dan een dag later om het eiland heen. Vanuit Santa Cruz zuidwaarts met een achterlijke wind die steeds meer toenam. Varen we eerst op grootzeil en kluiver, al snel wordt de spinakerboom in de kotter gezet, en als de wind boven de 30 knopen is gekomen, hebben we alleen nog het grootzeil staan (ondertussen ook gereefd). Nadat we het eiland hebben gerond wordt alles van het ene op het andere moment rustig en stil (geen wind, ja echt waar) dus moeten we de laatste 10 mijlen motorren om in Tazacorte te komen. Voor de tweede keer op La Palma, maar nu in een haven waar geen enkele golf van buiten, binnen komt. We liggen heel goed opgeborgen achter de nieuw opgebouwde breakwater (de vorige was 4 jaar geleden door een storm verwoest).
De westkant van dit eiland is in tegenstelling tot de andere kant een paradijs. Geen wolk te bekennen en het strand voor de deur, terwijl aan de andere kant van het eiland met grote regelmaat het water met bakken uit de hemel komt.
We maken gebruik van de weersituatie en belopen de eerste dag het riviertje dat midden uit de krater komt. Lekker gemaakt door andere wandelaars willen we ook naar de waterval, zo’n beetje midden in de oude krater. Het is een grote belevenis waar Corrie wat meer de rivierbedding voor haar rekening neemt en ik met Olle de bergpaadjes er naast. Helaas zien we de waterval niet. Met nog een kleine 200 meter te gaan (net achter de laatste berg) worden we gedwarsboomd door een snel stromend beekje en met Olle is dat een niet te nemen barrière. Hoezo 3 uur voor niets gewandeld? Nee hoor het was schitterend maar we moesten nog wel weer terug dus het was wel een kleine teleurstelling.
Op de terugweg ontmoeten we een echte La-Palmariaan die lak heeft aan bergpadjes of anderszins. Met een stok klimt hij op elke plek omhoog en daalt af gelijk een brandweerman die zich na het brandalarm “in de brandweerauto” stort. Na wat heen en weer gepraat komen we er achter dat hij deze zomer is opgenomen door een Nederlandse televisiezender voor het programma “Drie op reis” (en dan op z’n Spaans uitgesproken). Natuurlijk brengen wij het fierljeppen in en we zien beiden de overeenkomsten.
Nog moe van de vorige dag doen we de noordkant van het eiland. In tegenstelling tot gisteren is het tot en met de top helder en na een ritje van bijna twee uur zijn we boven (via een geasfalteerd weggetje met een aangegeven hellingspercentage van meer dan 12%!!!!! en niet overal vangrails langs de bermen, dus zweterige handjes en elders). 2437 meter hoog, wauw!, zo hoog ben ik nog nooit geweest. Op sommige plekken kijk ik maar niet naar beneden, maar het moet gezegd worden, “het is wel heel mooi”.
![]() |
| 2463 meter,wauw |
We rijden via de andere kant van het eiland weer naar beneden en ervaren daar aan den lijve dat opstijgende lucht condenseert en zo rijden we meer dan een uur al slingerend langs de berghellingen in regen en mist naar beneden. Helaas begint het in Santa Cruz la Palma ook te regenen als we daar binnenrijden dus maar gauw weer naar de andere kant van de berg waar we op een terras weer heerlijk genieten van het weer wat zo thuishoort op de Canaries. We maken de auto schoon (die wordt opgehaald) en zitten tot laat met de buren in de kuip te filosoferen hoe we in Patagonië kunnen komen. Wees gerust; eerst toch maar even New York en Maine enne . . . . . . . . . . . . . . . . . . inderdaad, hoe westelijker des te mooier. Wat een eiland.
Waar we een beetje tegen aan hangen is onze tocht van La Palma naar Tenerife . We zullen omdat Santa Cruz op Tenerife aan de oostkant ligt om het eiland heen moeten varen. Vanwege de aangegeven acceleratiezones en de noord oostelijke winden besluiten we dat om de zuidkant van Tenerife te doen, rechtstreeks een 125 mijl. We weten dat we zeker langs de oostkant van het eiland omhoog naar Santa Cruz zullen moeten kruisen maar dat is niet anders. Na deze plaats, gaan we zo lezen we uit alle boekjes, alleen nog maar voor de wind zeilen.
Gelukkig is de wind afgezakt naar een windkracht vijf, dus te doen. ’s Nachts is het bijna overdag. De maan staat op z’n dichts bij de aarde met volle maan dus het viel niet mee om in de kuip tijdens het “wacht-zitten” een uiltje te knappen. Tegen zessen de volgende dag leggen we vast in Santa Cruz de Tenerife. Door al het kruisen zijn er wel 50 mijl bijgekomen maar met een gemiddelde van 6 knopen per uur zijn we (aan de wind varend) dik tevreden!
![]() |
| super maan |
Minder westelijk dus minder mooi. Nee, geenszins maar Tenerife is een heel ander eiland. Alleen door het feit dat er heel veel mensen wonen (o.a. 2 vliegvelden, 6 baans autowegen) maar als je even wat rijdt, kom je ook op dit eiland hele mooie dingen tegen.
We “doen” natuurlijk de El Teide. Vanuit de haven een kleine 60 kilometer rijden over de bergkam op weg naar de top. We komen tot 2210 meter en moeten dan verder met een kabelbaan en ja: “ niet voor honden” (we horen later op de dag bij een havenborrel dat we niet veel gemist hebben). Op de terugweg doen we halverwege een stevige wandeling door de bossen (weer onder de boomgrens) en parkeren op tijd de auto weer bij het autoverhuurbedrijf.
Santa Cruz is een prima haven om te bevoorraden voor de grote oversteek. Als je veel koopt (en dat doen we) wordt alles tot in de boot bezorgd. Ik bespaar jullie de details, maar we zijn wel een dag bezig om alles weg te werken. (gelijk een goed moment om alles ook eens goed uit te soppen). Het fijne is ook dat we de eerst komende maanden nu geen zware dingen meer naar de boot hoeven te sjouwen en sommige producten zijn in de Carieb zo duur dat het echt de moeite loont om hier goed in te slaan (wat te denken van wijn en toiletpapier). De verse dingen zoals groente en fruit doen we als we vertrekken vanuit Las Palmas.
Ook worden we op een geweldige manier geholpen door de mannen van La Marina (een speciaal zaak in vis benodigdheden voor op zee) en gewapend met een soort pikhaak (het ophijsen van de vis aan boord) , 200 meter lijn en gevaarlijk uitziende nepvissen met haken, hopen we op onze grote oversteken, af en toe een vis te kunnen vangen. We zullen niet vergeten van de eerste een foto te maken.
Zo langzamerhand is de boot helemaal klaar en is het tijd om naar Las Palmas te varen voor de bestelde boeken. Daar is nu zeker plek omdat de ARC boten afgelopen weekend zijn vertrokken voor hun oversteek. Bij het uitvaren van de haven zien we Gran Canaria al liggen. We hebben de grenzen verlegd. Was het vroeger de eilandjes ronden op het Paterswoldsemeer (toen een monstertocht), nu doen we even de Canaries.
Na 9 uur zeilen ( de wind gaf ons er goed van langs) leggen we vast in Las Palmas. Het inklaren duurt slechts anderhalf uur (er waren 3 “nummertjes” voor me) en we worden geëscorteerd bij het naar onze plek gaan.
Tijd voor onze laatste boodschappen. We doen de “boodschappen vers” en (voor jullie niet onbelangrijk) dit blog wordt afgemaakt (pff) en gaat “gepost” worden (reacties lezen we graag). Als jullie dit lezen is het al bijna weekend. De bedoeling is dat we zondag (27 november) zuidwaarts varen, maar zeker is dat niet omdat er verschillende windberekeningen zijn na zondag, zelfs eentje met veel zuiden winden en dat gaan we niet doen. Mochten we toch zondag vertrekken dan komen we over een kleine week aan op Sal, het eerste eiland van de Kaap Verdische eilanden dat we tegen zullen komen. Degene onder jullie die op 1 december een borrel willen komen halen; VAN HARTE WELKOM !

















weer boeiende verhalen en avonturen! En nuttige reisinfo voor landrotten die wel eens een vliegreis maken.ons avontuur is nu een paar dagen pieterpad van Tolkamer(heftige stroming)naar het zuiden….happy sailing jullie,1 december halen we niet
Fantastisch verslag. Als niet-zeiler leer ik er een heel vocabulaire bij. Succes met de volgende etappe!
hoi corrie en jan, mooi verslag! goede wind, voorspoedige verdere reis gewenst, co
Het is weer een prachtig blog! Ik heb een tijdje gefascineerd naar de foto met voorraad gekeken: vernuftig ingepakt. Dus 1 december een borrel? Ik ga es informeren op de Hanze wat de mogelijke dienstreizen zijn.
Mooi vervolg van jullie reis en veel groet van Pieten Ruth.
Fijn om weer een blog van jullie te lezen, stelletje avonturiers! Ben benieuwd of jullie op zondag 27 vertrokken zijn. Jeroen vliegt op 30 naar de Kaap Verden en gaat dan aan de oversteek met de Chronos beginnen. Wie weet zien jullie hem nog. Many fair winds voor Livingstone, veel groeten Nienke
ff kijken… als ik op 1 december een borrel wil halen moet ik achter jullie aan zwemmen?
alvast een fijne verjaardag, zus, ergens tussen canarisch en kaapverdisch!
je bakt toch wel een taart , Jan?
lfs AB
Hoi! Leuk te lezen. Spannend allemaal. Wanneer gaan jullie dan vertrekken naar Suriname en hoe lang verwacht je daar over te doen? X AM
Wat me nog een beetje zorgen baart trouwens is je introreferentie naar Star Trek… en dat is de zin (die je niet noemt) "It's five year mission". Toch niet zoooooooo lang?????
Fijne kerstdagen gewenst en een voortvarend 2017.
Ans en Engbert Gotink
Beste Jan en Corrie,
Ik lees jullie ervaringen met tegelijkertijd google earth aan. Ik weet veel te weinig van de Canarische eilanden om jullie route te volgen. Met deze hulp lukt het prima. Wat een grote verschillen op de eilanden wat betreft regen en wind. We zien uit naar jullie volgende blog.
Hartelijke groet,
Ans en Engbert