Had ik gedacht heel veel reacties te krijgen op de bijzondere titel van het vorige blog, maar geen één! Stel je voor als ik in plaats van de ABN Amro een andere bank had neergezet. Het was even een test hoe goed jullie alles lezen en een kans? om een reactie te krijgen in de trant van: ”wat is dat nu voor titel?” Even voor alle duidelijkheid; we vinden het hartstikke leuk dat er wordt meegevaren. Wat was het gezellig de afgelopen weken en we verheugen ons op de andere bezoeken. En zit het er niet in om welke reden dan ook, om een weekje met ons mee te varen, het is heel erg leuk om reacties te krijgen op onze belevenissen. Zeker n.a.v. raadselachtige blogtitels.
 |
| ook quality time voor Jan |
Pas aan het eind van de dag, na een dag wassen, boodschappen doen en boot van haar zout ontdoen, verlaten we Ayamonte. Naar Porto Santo is het een dikke 520 mijl dus we gaan er vanuit dat we er in 4 dagen kunnen zijn. Er staat volgens het weerbericht niet al te veel wind en ook niet altijd uit de meest gunstige richting dus als we een gemiddelde kunnen halen van iets meer dan 5 knopen per uur dan is dat mooi. We stellen de windvaan in en we draaien heel mooi met de wind mee, meer naar het westen. Dat laatste moet ook omdat Porto Santo behoorlijk westelijk ligt ten opzichte van Portugal. Dit alles onder het motto: “op zoek naar de noordenwind”, want dat ie gaat waaien is overduidelijk met het Azoren Hoog.
Helaas krijgen we aan het eind van de tweede dag alsnog te maken met een zuidwestelijke wind (we zaten gewoonweg niet westelijk genoeg) waardoor we onze gewenste koerslijn bij lange na niet konden vasthouden. Veel vervelender betekende het ook dat er wederom scherp aan de wind gezeild moest worden om niet al te veel terrein te verliezen en dat in een bft 5 (vinden wij niet leuk).

Gelukkig (en we konden dat zien op het weerbericht) kregen we na 13 uur alsnog de geplande noordenwind en was al heel snel het opboksen tegen een vervelende zee vergeten. De laatste twee dagen varen we met een mooie achterlijke wind heel rustig naar Porto Santo waar we na vier en halve dag (door het omvaren zijn het een kleine 600 mijlen geworden) midden in de nacht (3 uur Porto Santo tijd) onder het genot van een regenbui (ja, ja) aankomen. Op het kaartje kun je heel mooi zien hoe de wind ons te pakken had.
Theo en Michelle van de Faba Lobi (ook een Hutting 45) heten ons na een korte nacht van harte welkom (we waren ’s nacht al gesignaleerd) en we (her)ankeren, vlak voor hun, in een prachtige baai. Voor Olle breken dan barre tijden aan want eerst moet het schip helemaal klaar gemaakt worden, de rubberboot opgepompt, de motor naar beneden (geplaatst op de dinghy) alvorens er gevaren kan worden voor de eerste plas op de wal. Wat heeft ie het dan moeilijk en hij loopt ons dan ook regelmatig voor de voeten. Als dan eindelijk de dinghy met motor achter de boot ligt is hij de eerste die achterop staat bij de trap.
We melden ons bij de douane, het havenkantoor (want we maken met onze dinghy gebruik van de haven en dat blijkt 6 euro per dag te kosten) en horen van Theo en Michelle dat aan het eind van de dag Columbus aan komt en daar willen we natuurlijk bij zijn. Vergelijk deze aankomst maar met onze intocht van Sinterklaas. Het hele eiland is in rep en roer want dit Columbus Festival (drie dagen) is hét feest voor de Porto Santianen (Ruth, klopt dit?).
Het is bijna donker als Columbus aan land stapt en wij daarna gezellig een terrasje pikken waar we ons te goed doen aan bier, wijn en Portugese broodjes met vlees. Pas na middernacht lopen we terug (een wandeling van 30 minuten) en slapen de volgende dag een gat in de nacht. Na 5 dagen zee is de behoefte aan verse dingen groot, dus gewapend met rugzakken lopen we naar het feestdorp waar we goed kunnen inslaan.
We kletsen, eten en drinken heel wat af en krijgen van Theo en Michelle een schat aan informatie. We hebben de boot al wel heel goed in orde maar hun suggesties zetten pas echt de puntjes op de i. Zo gaan we om eens wat te noemen op Madeira op zoek naar touw dat we kunnen gebruiken voor de schurftplattingen (baggywrinkle’s) * waardoor er minder slijtage zal ontstaan aan het zeil als we de oversteek maken van Kaapverdië naar Suriname.
*Gedurende de oversteek hopen we voornamelijk wind van achteren te hebben waardoor het grootzeil helemaal “uit” staat (uiteraard met de bulle talie goed op spanning). Het zeil komt daardoor tegen de verstaging aan (onder want) en op die plek worden dan de schurftplattingen (uitgetrokken pluizig touw) aangebracht; foto volgt later
Het Columbus Festival is voorbij en zo ook de gezelligheid met de Lozen. Zij vertrekken naar Lanzarote waar ze de boot voor een tijdje de boot laten. Wij hoeven pas woensdag op Madeira te zijn (Jan landt donderdag in alle vroegte) dus alle tijd om het eiland verder te verkennen. We lopen en klauteren zoals we graag willen. Het is één en al genieten en we boffen met het weer. Zon met wolken, niet super heet met een licht briesje. En ook in deze omstandigheden varen we van Porto Santo naar Madeira waar we aan het eind van de middag aankomen.
 |
| Madeira in zicht |
We worden door de havenmeester al buiten opgepikt en krijgen het verzoek om aan stuurboord drie stootwillen te hangen (we doen dus vier) en aan bakboord twee en zo worden we in de haven netjes geholpen met het aanmeren aan een vinger steiger die net kan (= net lang genoeg). Quinta do Lorde blijkt een nieuwe haven te zijn, gekoppeld aan een groot hotel/appartementen complex. Eén en al luxe en van alles mogen we gebruik maken. Met Jan besluiten we in deze haven te blijven tijdens zijn verblijf en hebben we alle tijd om dit eiland te verkennen.
We huren een auto voor de duur van ons verblijf, want die heb je wel nodig om aan de start te komen van de 50 beschreven klim- en daalpartijen die het eiland rijk is.
Zit ik net heel lekker bij te komen van onze eerste wandeling (slechts een klim wandeling naar de top van de hoogste berg van Madeira), hoor ik opeens een bekende stem. “Ja, ik dacht al dat ik je vanmorgen zag lopen (met Olle)“. Het zijn Peter (werknemer van Hutting Yachts) en Lucie die hier op vakantie zijn. Wat is de wereld toch klein. s’ Avonds kletsen we in de kuip lekker bij en we krijgen van Peter veel informatie over de Carieb, specifiek de omgeving van St. Maarten waar hij, weliswaar al weer wat jaartjes geleden, 4 jaar heeft gewerkt aan een restauratie van een mooie houten schoener.
Wat een belevenis dit eiland. Een echte topper met daarbij de kanttekening dat het in juni mogelijk nog mooier is omdat dan de bloemen volop staan te schitteren (nu, eind september, is het een aflopende zaak). Het eiland is niet super groot maar als je de lokale wegen neemt ben je nogal wat tijd kwijt, dus kiezen wij ervoor om de nieuw aangelegde tunnels te nemen die rondom het eiland zijn aangelegd. De laatste stukjes doen we dan (naar waar de wandeling begint) land inwaarts en we moeten dan vaak bijna recht omhoog (ik ben toch meer een zeemens maar eerlijkheidshalve: “het wende”).
 |
| de top |
Om er in te komen doen we op eerste dag de Pico Ruivo, slechts 1862 meter hoog. De auto laten we achter op 1498. Dat was al een uitdaging van formaat, een behoorlijke klim dus. Olle doen we af en toe vast want de paadjes waar we over moeten lopen zijn soms wel erg smal. De beloning is zoet want als we boven zijn is het uitzicht schitterend. Met moeie voeten komen we na 6 uur (het laatste stuk in dichte mist) weer terug bij de auto en rijden we terug naar de boot waar we bijkomen op het dek (zie eerder).
We lassen een rustdag in. Nou ja, we doen noodzakelijke boot dingen en gaan met de Livingstone de zee op, op zoek naar dolfijnen die we helaas niet zien maar de volgende dag doen we de oostpunt van het eiland. Gedurende deze tocht, met prachtige vergezichten op de zee, loeren we voortdurend naar vogels op zee want waar vogels zijn, zijn ook dolfijnen (dolfijnen jagen de vissen naar de oppervlakte en zo pikken de vogels een graantje mee). Dit is één van de gemakkelijke wandelingen op het eiland met slechts een hoogteverschil van 300 meter en alle geëxponeerde paden zijn goed gezekerd. Het doel is de hoge berg aan het eind van het schiereiland. Een peulenschil voor mens en dier en wat zijn we blij weer in de kuip na te kunnen genieten.
 |
| foto JL |
Peter en Lucie komen afscheid nemen en wij gaan ’s middags naar Funchal. Omdat we eerst aan lummelen merken we dat we te laat zijn voor de kabelbaan in combinatie met de botanische tuinen dus karren we (na wat shopactiviteiten, o.a. schurftplatting touw gekocht) naar de Cabo Girão, volgens de Madeirianen (Ruth?) de hoogste kaap van Europa. Wij betwisten dit want de Preikestolen vonden we toch wel wat hoger en vooral indrukwekkender maar goed, je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. Het was mooi. Op de terug weg eten we overheerlijke vis in een oer Portugees restaurant aan de haven van Carnical (vlak bij Quinta do Lorde) met op de achtergrond Real Madrid tegen Borussia Dortmund en horen we dat de mama van Ronaldo in die plaats geboren is (het is maar dat jullie het weten).
 |
| foto JL |
We weten van geen ophouden en zo vertrekken we op woensdag naar wandeling nr 49. Op weg naar een waterval met geen of nauwelijks hoogteverschil. Omdat we ons laten verleiden er een andere levada * wandeling aan vast te knopen komen we uiteindelijk uit in het gebied dat twee maanden geleden geteisterd werd door bosbranden (je hebt van die idioten). Wat een catastrofe. Hele berghellingen zijn totaal zwart gebakerd. Toch zien we op veel plekken al weer groen ontspruiten maar het zal zeker jaren duren voordat het landschap er weer een beetje uit komt te zien zoals het was. Onze aangepaste wandeling leidde ons het laatste stuk door een tunnel van slechts 2 kilometer maar met licht uit de hoofdlamp van Jan (en Olle aan de lijn) bereiken we moeiteloos (Olle springt per ongeluk in de levada maar het is ook zo donker) de andere kant.
*Voor de niet Madeirianen: een levada is een kanaaltje dat het water dat langs de rotsen naar beneden loopt opvangt. Dit water wordt naar vruchtbare plaatsen geleid om het land van water te voorzien. Men heeft kilometers levada’s aangelegd onder soms zeer gevaarlijke omstandigheden waarbij de werkers in rieten manden langs de steile rotswand naar beneden werden gelaten. Veel mensen zijn hierbij omgekomen.
Voordat we huiswaarts gaan besluiten we door te rijden naar Porto Moniz, een kleine badplaats ingeklemd door de hoge bergen aan de noord-west kant van het eiland en beroemd om zijn zeezwembad. We besluiten, hoewel geen van ons iets bij zich had, ook te water te gaan. Olle wordt liefdevol opgevangen door kassière en wij uit de kleren (= we gaan met de kleren die we aan hebben te water). Wat een sensatie. De golven die uit zee over de muur van het zwembad heen slaan doet je weer kind zijn maar we hadden beloofd Olle na een half uur weer op te halen, dus na iets meer dan een uur lopen we weer op de boulevard waar we wat goedkope T-shirts kopen en stappen met een natte broek in de auto op weg naar de Livingstone.
Was Jan gisteren alleen op pad (wij hadden genoeg geklauterd), vandaag , vrijdag 30 september, de laatste dag voor hem, gaan we wederom proberen om dolfijnen te spotten (Olle blijft blij achter bij Joanna van de Marina receptie). Win win voor beiden; onze charmeur.
Hebben we afgelopen maandag meer dan 3 uur op zee gedobberd maar geen dolfijn gezien, vandaag spotten we een heleboel vogels en waar vogels zijn, zijn ook dolfijnen (de dolfijnen – in tientallen – jagen de vissen naar de oppervlakte) . Het is alleen verrekte moeilijk om foto’s te maken, zeker omdat er nog een geweldige swell staat, veroorzaakt door de wind van de afgelopen dagen, maar het resultaat mag er zijn. Vanaf nu moeten we zelf weer foto’s maken. Op naar Graciosa en Lanzarote. Het is een kleine 275 mijl dus maandag aan het eind van de dag zullen we er zeker zijn (2 dagen varen). Er waait een rustig briesje uit het noord-oosten dus met een afnemende swell moet dat lukken. We gaan bij Graciosa ankeren (ligt ten noorden van Lanzarote) en varen dan na een paar dagen door naar de zuidkust van Lanzarote waar we zeker aan land moeten voor de dan brood-nodige proviandering.
 |
| foto JL |
Obrigado? Wat een vreemd woord in de titel, leg dat eens uit?
Op de een of andere manier heb je het idee dat ik veel weet van hoogste kapen en Columbusfeesten. Dat is niet zo, helaas.
Maar wat een aanstekelijke foto's weer bij dit blog. En Olle blijft het goed doen. (In tegenstelling tot onze ouwe Gijs) Veel en hartelijke groet voor jullie allen.
Wat reizen we toch prachtig met jullie mee. Je weet ons te boeien met mooie tekst, gelardeerd met foto's. En zo leren we ook nog wat zeiljargon!
Bewonderenswaardig, dit avontuur. En Olle, zo maar mee op reis.
Lieve allebei, geniet, doe voorzichtig en voorzie ons weer van nieuw leesvoer. Hartelijke groet, dit keer vanaf Ameland!
Zoals jij het opschrijft lijkt het allemaal simpel en relaxed.in elk geval super om met je eigen schip te varen naar oorden waar je normaal een vliegtuig voor moet nemen.veel genoegen en liefs uit Assisi,ook van Nelleke.wij kijken uit op de verlichte stad,heerlijk.
Jullie zijn net aangekomen op Lanzarote zien we op Marine Traffic. Jullie doen het toch maar, gewoon doorvaren naar de meest exotische oorden. Op de foto's zien jullie er goed uit. Het lijkt wel of jullie een verjongingskuur ondergaan. In Nederland voelt het herfstig. Lekkere frisse wandelingen en straks een herfstmaaltijd met een goed glas rode wijn. Santé voor jullie en liefs ook van Rob, Nienke