Les Sables d’Olonne is een vermakelijke stad. Alle ingrediënten zijn aanwezig om er een echte strandstad van te maken (une plage très grande, restaurants, winkeltjes en volop ruimte om te flaneren) en dan heb ik het nog niet over het geweldige zeilcomplex waar omheen deze stad is gebouwd. Het trekt heel wat mensen al zal dat ook wel komen door het Hemelvaart weekend.
Het aankomen is altijd gemakkelijk, het vertrekken soms een beetje moeilijker. Gaan we of blijven we nog een dag (we zijn al twee dagen in Les Sables). De wind blijft de komende week uit het zuidoosten komen dus of we nu wachten op de juiste wind of gelijk maar morgen vertrekken, dat maakt niets uit, dus wordt het morgen. We gaan zuidoost! Dat betekent vroeg op (het vorige blogbericht versturen), op naar de bakker en met Olle extra lang over het strand banjeren. We maken de boot klaar. We zetten bij voorbaat al een rif (buiten staat een mooie 5 bft) en leggen de Livingstone klaar om weg te varen op haar achterspring. Dat kan omdat we aan een lange zijsteiger liggen, die net zo lang is als de boot, waardoor we alle lijnen al weg kunnen halen. Eerst een klein klapje achteruit waardoor de punt van de boot mooi vrij komt van de steiger en dan langzaam vooruit maar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . met geen enkel resultaat. Nog een keer maar we gaan nog steeds niet vooruit. Zouden we dan toch onbewust aan de start liggen van de Vendée Globe die op 6 november gaat plaats vinden?
 |
| klaar voor de start |
In het vervolg maken we beide achterlijnen los i.p.v. ééntje. Zo varen we tegen 10.30 uur de haven van Les Sables d’Olonne uit, op weg naar Ile de Ré. Zo hoog mogelijk aan de wind een flink eind de zee op in zuidelijke richting, maar met een matige snelheid van om en nabij 4,5 knoop. Het zijn de golven die onze snelheid elke keer doet terugzakken. Nadat we overstag zijn gegaan (na een dikke twee uur) lopen de golven beter en gaan we in een goede rustige gang (bijna 7 knopen maar nog steeds 38 graden aan de wind) naar Ile de Ré. Wat ons ook extra helpt is dat de wind in de loop van de middag van pal oost naar het zuiden is gedraaid waardoor we na het overstag gaan in een keer voor de haveningang van St Martin de Ré uitkomen, precies op het moment dat de sluisdeur opengaat. Perfect gepland dus zullen we maar zeggen en alle tijd om in de kuip een goed glas te nuttigen.
 |
| Op weg naar Ile de Ré |
Het was 55 jaar geleden dat Corrie hier voor het laatst was. Toen nog een klein meisje (brugpieper) maar nu als madame op eigen kiel (je moet er maar niet al te lang bij stil staan, 55 jaar, poeh). Toen moest je nog met de boot over – Ile de Ré – , nu is het verbonden met het vasteland door een lange hoge brug waarover op alle uren van de dag verkeer dendert. Niet verwonderlijk want het eiland is één en al schoonheid, zeker als je de fiets gebruikt om het eiland te verkennen. En dat doen we dan ook. Olle in de fietsmand en trappen maar. Het is deze dagen winderig en dat is heen geen enkel probleem. Terug van Ars en Ré naar St Martin, waar we liggen, een zuidooster recht van voren, is wat anders.

uitgestrekte velden
Op het strand van de Anse du Martray (Olle moet ook even lopen en wij weer wat op adem komen) krijgen we een uitleg over hoe de oesters groeien. Zo ver je kunt kijken is men bezig, tot het moment dat de vloed het werken onmogelijk gaat maken en alle tractoren met ladingen oesters de wal weer opzoeken, en laten wij daar nu net bij zijn.
De grote oesters gaan gelijk in de verkoop en de wat kleinere gaan nog voor een aantal maanden in een bassin waar ze verder kunnen groeien. Ik ben nog steeds geen grote liefhebber dus ik blijf nog even gecharmeerd van de kleintjes.
![]()  |
| groot en klein |
Er staat zo weinig wind dat we het niet aandurven om om het eiland naar La Rochelle te varen en dus kiezen we er voor om gelijk zuidoostwaarts te gaan, richting de brug die de vaste wal verbindt met het eiland. Het is wel heel mooi varen. Weliswaar amper wind maar omdat we achter het eiland zitten ook geen golven en zo klieft de Livingstone met een mooi gangetje door het water. De baai voor La Rochelle biedt alle mogelijkheden om te zeilen en we maken dan ook, voordat we de haven opzoeken, een extra slag. Hadden we eerst het plan om in de oude haven midden in de stad te gaan liggen, dat doen we niet. In eerste plaats omdat de Yanmar dealer zich bij deze haven bevindt (we hebben een haperende tachometer en die moet vervangen worden), ten tweede omdat de sluis van de oude haven pas tegen 7 uur ’s avonds open gaat, maar ook omdat het strand zo veel dichterbij is en wat is nu mooier dan om daar ’s ochtend met Olle een loopje te doen.
 |
| La Rochelle |
De Yanmar dealer vindt het vervelend dat hij ons niet kan helpen. In toute la France is er geen enkele tachometer (= toerenteller in combinatie met urenteller als de motor loopt) meer bij de importeurs te krijgen. De nieuwe moet uit Japan komen, àlevertijd 4 à 5 weken. We bellen met de Gebroeders van Enkhuizen in Makkum en Ronald komt met het gunstige bericht dat hij het gevraagde nog op de plank heeft liggen. Hij zal hem opsturen. Tussen door doen we boodschappen, poetsen de kuip van de boot (de rest moet nog) en verkennen we La Rochelle. Loopt iedereen in lange broek en (winter)jas, wij doen de stad in korte broek. Door af en toe een winkel in te duiken blijven we goed op temperatuur maar onze kledingkeuze was wat overmoedig. Morgen nog 1 frisse dag (met regen) en dan hopen we dat we het Pinksterweekend weer eens wat zon laat zien, wetende dat bij jullie het mooie weer eventjes is opgehouden.
Met wat regen en nu wel goed gekleed doen we (dus 1 dag later) de tour á pied van La Rochelle. Bijzonder. Je hebt geen paraplu nodig want je loopt hoog en droog onder “les arcades” van de huizen. Je waant je in de tijd toen Frankrijk een koning had maar dan nu met de geneugten van de huidige tijd, dus veel terrasjes en cafe’s. Voor de nodige voet-rust nemen we uitgebreid de tijd in het café waar ook Georges Simenon veel tijd heeft doorgebracht met als uitkomst zeker “Maigret à l’école” dat zich in en om La Rochelle afspeelt. Wat een ambiance. Olle heeft met zijn goede (speur)neus het hele café doorzocht. Wat is het ook een charmeur. Door tout le café wordt ie geaaid en dat levert heel wat op.
 ![]() |
| Maigret |
We besluiten om de Pinksterdagen niet in La Rochelle door te brengen en dus vertrekken we zaterdagmorgen met amper wind, in zeer heiig weer, op weg naar Saint-Denis d’Oléron. Je zou denken; de hele haven loopt leeg (het gaat dan om zo’n 5000 boten, echt waar), maar gelukkig blijft bijna iedereen liggen. Geenszins een Pinkster weekend met mooi zeilweer zoals op het IJsselmeer. Dat is andere koek, want dan is het een wir war aan bootjes. De zon doet haar best maar slaagt er nog niet echt in. Gelukkig is het niet meer zo koud en de havenmeester, die ons een prima plek geeft, belooft ons dat het dit weekend heel zonnig zal worden.
Ile d’Oléron is een mix van Vlieland en Terschelling. Een op en top vakantie “eiland” met de nadrukkelijke opmerking dat er geen (Doeksen) boot meer aan komt. Ook voor dit eiland is een brug gebouwd met alle voor- en nadelen van dien. Na een dag schoon schip maken (we draaien onder andere 3 wasmachines) waarbij we niet vergeten van de zon te genieten (de havenmeester heeft gelijk gekregen), pakken we op onze tweede dag de fiets. Als we terugkomen (zo tegen 5 uur, we hebben er heel wat kilometers op zitten) en is het stil in de haven. Het Pinkster weekend nadert zijn einde en men is weer op weg naar huis. Tenslotte moet er gewerkt worden.
 |
| applaus rozen op Ile d’Oléron |
We besluiten nog een paar dagen te blijven liggen. Tenslotte komt ons pakketje pas vrijdag in La Rochelle aan en of we nu de regen en wind die voor morgen en overmorgen voorspeld is, daar over ons heen krijgen of hier, dan blijven we liever hier liggen. Na het weekend, zo ziet het er naar uit, zeilen we naar de Spaanse noordkust.
Hasta en España.
Heerlijk om te lezen. Reisliteratuur op zijn best. Prachtige plaatjes ook. We volgen jullie met genoegen. En wat zo leuk is: er klinkt rust uit jullie verhaal.
Hartelijke groet uit Tytsjerk.