Na de bewogen nacht (volle maan, laag water voor de kust bij Carnac maandag 31 augustus) gaan we op de motor naar La Trinité sur Mer waar we hebben afgesproken met Rob en Nienke. We doen de brood-nodige boodschappen (baguetjes en lekkere dingen) en om 12.00 uur varen we de haven uit naar Houat. Dat eiland moeten ze zien en beleven alvorens we naar de Golfe du Morbihan gaan. Met heel weinig wind varen we naar de overkant en kiezen naar later blijkt de verkeerde baai uit want de wind doet niet helemaal wat onze gribfiles (= pijltjes die in een bepaald gebied – voor ons nu de baai van Quiberon – de windrichting en de sterkte aangeven). De combinatie van een iets andere windrichting en de swell van de Atlantische Oceaan doet ons bootje zeer heftig schommelen zodat er weinig geslapen wordt. Om 8 uur de volgende dag maar anker op en naar de oostkant van het eiland waar het veel rustiger is. Het wordt een prachtige (wandel)dag met tijd voor (bij)slapen en het bemachtigen van vers gebakken baguettes.
Met niet al te veel wind vertrekken we halverwege de middag want de planning is om tussen eb en vloed de Golfe du Morbihan in de te varen. Het lukt ons door een aanwakkerende wind dat op zeil te doen waardoor we met een vaart van 11 knopen de Golfe invaren. Het is altijd weer beangstigend de krachten van het water te aanschouwen, maar alles verloopt goed en aan het eind van de middag leggen we vast in de Anse de Penhap (onderaan het eiland Ile des Moines).
Het te kort aan slaap wordt hier zeker ingehaald en het eiland wordt lopend verkend (ook hier is het sentier cotier het belopen waard) en het water gevoeld. Het weer kan niet op en we zitten dan ook laat in de kuip te genieten van en over alles wat voorbij komt.
Ochtendstond heeft goud in de mond en ook deze (voor Rob en Nienke alweer hun laatste dag) dag wordt weer zomers. Om 10.00 uur laten we ons met behulp van de motor de Golfe uitdrijven en nemen we om 13.00 in La Trinité afscheid van elkaar.
Het kost me heel wat zweetdruppeltjes om het blog (de vorige dus) verzonden te krijgen (de provider SFR doet niet erg zijn best in Bretagne), maar het lukt zoals jullie hebben ervaren, maar het heeft wel zoveel tijd gekost dat we pas om 15.30 uur wegvaren. Het is goed laag water en we zien waar de oesters vandaan komen.
We gaan op naar Belle Ile maar besluiten om halverwege het anker uit te gooien in de voor ons bekende baai van Houat. Er staat een mooie 5 bft uit het noordwesten en tenslotte willen we goed slapen.
De zee lijkt wel uitgestorven als we de volgende dag (4 september) op pad gaan naar Belle Ile. Er staat een straffe wind en het is koud maar onze inspanningen worden beloond want Port Kérel waar we het anker uitgooien is in 1 woord schitterend en dat is nog maar het begin van het eiland dat zijn naam eer aan doet zo zal blijken uit dit blog (vinden wij) . Wel betekent het dat we de rubberboot zeker 200 meter over het strand moeten zeulen om te voorkomen dat hij bij opkomend water tegen de rotsen aan schurkt of bij neergaand tij de grote Atlantic opdrijft, maar zo doen we gelijk onze fitness.
Om 11. 00 uur lopen we al richting het dichtstbijzijnde dorp. Het eiland lijkt wel uitgestorven (de meeste huizen zijn geblindeerd want de vakantie is voorbij, waardoor het een beetje unheimisch aan doet) en Olle kan dan ook mooi los lopen. Het is voor mij nog steeds wennen niet aan het werk te zijn (de opstart van het jaar vond ik altijd de leukste weken) en ik moet me af en toe inprenten dat dit toch ook mooi is (het went zullen we maar zeggen). We kopen de één na laatste baguette bij de alimentation en fruit voor onderweg en gaan richting de kust, langs de Goulphar (de vuurtoren). Onderweg doen we ons te goed aan bramen. Jammer dat ik nu geen emmertje bij me heb want in 20 minuten heb ik zo een kilo of wat. Waar Monet ooit stond te schilderen staan wij nu ook (Jan Steen)en bij deze zien jullie wat wij ook hebben gezien.
In tegenstelling tot Breskens waar we om de kilometer een uitspanning hadden om bij te tanken zien we hier maar 1 uitspanning en wat voor één. Een uitzicht à la Noorwegen en daar zijn de prijzen ook naar (2 biertjes voor 14 euro). We klimmen en dalen er goed op los en pas tegen 16.00 uur zeulen we de rubberboot richting het water (het is ondertussen laag water) naar de Livingstone.
We besluiten na 2 dagen ankerop te gaan om zoals de pilot het beschrijft naar de mooiste baai van Frankrijk, Port du Vieux Chateau of ook wel Ster-Wenn genoemd). We kunnen dat niet beamen maar we liggen er prachtig en zelfs de tweede ochtend helemaal alleen. We halen de fietsen tevoorschijn en karren het halve eiland over. Geen heuvel is ons te min. Het is toch wel duidelijk dat het seizoen voorbij is want wat normaliter open is, is nu gesloten (zelfs de Tourist Information). Natuurlijk moet de Point des Poulains lopend gerond worden (ook hier is het sentier cotier zeer goed aangegeven) maar dat doen we na onze fietsdag. Sarah Bernhardt (voor de Fransen de toneel speelster bij uitstek) heeft daar jaren gewoond en haar woonverblijf moet je als Fransoos gezien hebben (wij genieten van het uitzicht want dat deed zij ook). Het was er nu vredig maar hoe zou het er uitzien bij een winterstorm. Dat lijkt ons wel wat.
Het is ondertussen 7 september geworden en we moeten nu echt op zoek naar een supermarkt. Brood halen is geen probleem (dat hebben we (Olle en ik) vanochtend gehaald in Sauzon, een wandeling van slechts 6 km, maar al het andere is op dus we besluiten naar Crouesty te varen (een zeer, zeer grote haven met meer dan 1500 ligplaatsen). Maar goed dat ze hier aan de touwen liggen want als ze allemaal zouden varen à“la mer est un petit peu complet”. Crouesty ligt aan de ingang van de Golfe du Morbihan waar we in de loop van de middag aankomen. Toch mooi een kleine 30 mijlen gezeild. We gaan lekker uit eten (ik heb mijn eerste oesters gegeten enne? ) en breien nu een eind aan dit verhaal.
De eilanden die we tot nu toe bezocht hebben (Iles de Glénan, l’Ile de Groix, Houat en Belle Ile waren het bezoeken meer dan waard. Wat we misten aan de kust kregen we op de eilanden dubbel en dwars terug en we genieten volop van de ruigheid dankzij de sentier cotiers. We kunnen er geen genoeg van krijgen (en er zijn er nog meer).
TOCH . . . . . . . . . . . . . welke kant we vandaag (8 september) uitgaan is niet alleen voor jullie een verrassing maar nu ook nog voor ons (volgend blog verschijnt 18 september).
Mooie foto's en wat een mooi gebied beschrijf je. Toch maar lekker doorschrijven. Het is interessant. Gr Rob en Nienke