De Siberische poolvos die ook nog van regen en wind houdt.

Had Andre het in zijn blog verleden week over de Kanaalrat die iedereen goed bezig heeft gehouden in Nederland (en waar wij ook nog een staartje van mee hebben gekregen), wij (en da’s tout le monde) hebben het over de Siberische poolvos. Waren we  in Breskens nog lekker gemaakt door de buren dat het in Bretagne altijd lekker warm is en dat ze het woord regen niet kenden. “als je Bretagne nadert zet de bimini maar op en ik geef je op een briefje, die klap je niet meer in”, waren de woorden. Voor ons betekende dat àtussen de buien door ff naar het dorp en als twee verzopen katten en 1 hond weer terug aan boord komen. Alle reden om de kachel aan te doen en bij te komen. Arme Let, je zal maar in een tent zitten.
roversnest
Gelukkig is de poolvos weer naar Siberie (gelet op de temperaturen is ie halverwege) en zijn we op woensdagmorgen vertrokken naar de Isles de Glenan, een eilanden groep zo’n 10 mijl voor de kust van Benedot. We vinden het wat link om de eilanden groep in te varen en dus ankeren we aan de buitenkant in een kleine baai. De  geuite woorden van de havenmeester van Loctudy komen uit (op de temperatuur na) want het is inderdaad net de Carieb. Vroeger een roversnest, tegenwoordig wordt de eilanden groep gebruikt als residence van een zeilschool. Op elk eiland zijn wel meer dan 100 zeilschoolcursisten van heel jong tot wat ouder. Van lasers, optimisten tot catamarans, de stranden staan er ‘s avond vol mee. Met heel veel begeleiding wordt iedereen de ganse dag (en avond) bezig  gehouden (die tijd hebben wij ook gehad)
Met heel weinig wind (we zijn enigen die zeilen) varen we de volgende dag richting de Odet maar daar zullen we niet aankomen. We zien een mooie opper en leggen vast op de rede van Beg Meil. Een mooie beschutte baai voor westen winden en dat is vandaag en morgen de windrichting. Het is een eindje roeien naar de pier (we hadden geen zin om de motor te laten zakken) maar we komen prima aan de wal. Vuilnis wordt gedumpt maar veel belangrijker, weer lekkere verse baguettes.
Omdat de wind niet veel doet besluiten we een dagje te blijven liggen (ja ja, we leren het al). Er ligt een prachtig pad langs de kust waar ik mijn oefeningen doe. Zo dribbel (of te wel tripplings) ik 6x 5 minuten en dat gaat zo goed dat we ’s middags besluiten het zelfde pad nog eens te doen, maar dan met Olle. Het spreekwoord zo moe als een hond is hier mogelijk van afgeleid.
op de rede van Beg Mail
Om later geen wroeging te krijgen dat we de Odet overgeslagen hebben door vanaf Beg Meil verder oostwaarts te gaan, besluiten we alsnog de Odet op te varen. We varen dus weer ff westwaarts, maar vooruit, we hebben de tijd. Het is gewoon een inham van een mijl of 10 (dus geen rivier), het stroomt er (3 mijl per uur) net zo hard in als uit (4x op een dag) en het is moeilijk om aan de wal te komen (veel bomen met steile oevers). We pikken een boei op en met zicht op een kasteel zijn we dankzij een geweldige geluidsinstallatie getuige van het huwelijk van ene Sofie en Etienne. Het wappert goed de volgende dag (het is ondertussen zondag) en we laten ons met de stroom verder de Odet opdrijven. Van alle kanten worden we voorbijgevlogen door ribs met veel motorvermogen. In combinatie met de stroom geeft dat soms behoorlijke golven, niet iets wat ik leuk vind. Morgen maar met de stroom mee naar buiten en kijken of we in Benedot vast kunnen maken voor de boodschappen.
l’Odet

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *