Oregon – Washington – Oregon

Gewoon vette pech. Dit hadden we niet kunnen voorzien. Dat er zo veel natuur in de brand zou staan. Het raakt de natuur aan alle kanten en dus ons ook.

Aan de kust wil de zon maar niet echt doorbreken (1 dag is al veel) en worden we getrakteerd op mist (koud zeewater dichtbij het verhitte land) en zo gauw we het binnenland intrekken (we willen ook wel eens wat warmte) worden we afgestraft met rokerige wazige luchten. Omdat niet alleen Californië in brand staat maar ook delen van Oregon, Washington en zelfs Columbia (provincie van Canada) is het zaak om elke dag het weerbericht te checken en afhankelijk van de windrichting de koers te bepalen (voor zeilers als we zijn een routinekwestie toch?)

We zijn heel tevreden als we na een paar uur naar het noorden rijden (net uit de mist en een beetje landinwaarts) een mooie camping tegenkomen en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . plek zat. Hoe is het mogelijk. Na de bekende discussie – rijden we verder of stoppen we – rijden we het terrein op. Een keertje wat minder lang in zo’n ding zitten is ook wel eens lekker en we hoeven nu niet te zoeken naar een plek. We kunnen te kust en te keur gaan maar of we ons nog wel even willen melden.
Dat is dan $ 25 voor de plek plus $ 5 omdat we niet gereserveerd hebben. Rijd je drie weken lang te leuren om een plek (alles is gereserveerd), hier wordt het omgedraaid en dat standpunt bleef onveranderd ondanks al mijn argumenten (federal law, gelul natuurlijk). En dus rijden we maar weer verder, op zoek naar een plek die natuurlijk eerst niet komt. Later, behoorlijk wat later (jullie denken er maar het fijne van), komen we terecht aan de Columbia River en dat was voor ons die $5 meer dan waard. Uiteraard vanwege het gevoel maar zeker ook vanwege de plek en de hartelijke ondersteuning van Mary Ann en Phil, waarmee we op het “kiss my ass” gevoel van deze middag, de nodige wijn soldaat maken.
Niet ver van de plek waar we dan zitten heeft 30 jaar geleden een vulkaanuitbarsting plaats gevonden met alle gevolgen van dien. Een halve berg weg, een nieuwe top met eeuwige sneeuw erbij, verdwenen meren, een nieuwe meer of te wel; Mount St Helen’s National Volcanic Monument. Dit moeten we zien en zo rijden we verder van de kust af het binnenland in. De goede lezer onder jullie weten natuurlijk de uitkomst al. We zien niet veel. Het is dat we in het visitor center een film zien met real life beelden van de uitbarsting want het is buiten zo smokey foggy dat we er geen nocht in hebben om de 21 mijl berg op te rijden omdat daar het zicht nul komma nul is. We gaan weer terug naar de kust waar we na vele bomen direct een plek krijgen want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . we hebben gereserveerd.
Echter, hoe noordelijker we komen (ondertussen de kust van Washington) des te erger het wordt met de mist en de daarmee samenhangende temperatuur (brrrrrrr). Het zit potdicht en veel uitwijkmogelijkheden hebben we niet. Als Seattle helemaal stil komt te liggen door de rook van de branden in Canada (de zeeotters in de dienrentuin krijgen zelfs zuurstof toegediend en dat is geen fake news), zit er niets anders op aan de kust te blijven en maken we pas op de plaats. Jas aan, in de lange broek en loopschoenen, zonder enige moeite doen we een Paal 8 naar Oosterend 2x zonder ook maar iemand anders, op een verdwaalde Amerikaan in zijn pick-up na (die gaat echt niet lopen), tegen te komen. Ik waag het zelfs het water in te gaan wat gelijk betekent; geen tweede keer

Als de wind uiteindelijk krimpt van noord naar west (de rook wordt dan de binnenlanden ingeblazen) is het voor ons tijd om Olympic Mountain, een schiereiland ten westen van Seattle, te verkennen. De wind doet goed werk en als we de volgende dag wakker worden zien we zelfs blauwe luchten. Dat is even een ander gezicht. WOW. Bergen, bomen en zon, we waren het bijna vergeten.
Het kost even wat tijd (slechts 2 uur rijden) maar dan zijn we aan de voet van Hurricane Ridge Olympic Mountain. Het entreegeld (alles heeft hier zijn prijs) is $30 en voor de zekerheid vraag ik hem of het bovenop wel helder is. Het antwoord is bevestigend dus gaan we de 17mijlen over fluister asfalt doen, na eerst aan de voet van de berg een plek te hebben gereserveerd voor de komende nacht. Er komt geen eind aan de helling maar uiteindelijk worden de bomen dunner en vallen er open plekken te bekennen.
Ik maak wat foto’s en wat ben ik blij dat ik dat heb gedaan want in de korte tijd van de uitleg in het Visitor Center is het weer totaal omgeslagen en zitten we in de mist en komen we er ook achter waarom het Hurricane Ridge heet. De wind huilt om de toppen heen. We kennen betere plekken. De geplande hike laten we voor wat het is en wat kun je dan anders doen dan maar weer terug naar de basis.
Omdat het daar ondertussen ook mistig is geworden besluiten we weer naar de kust te gaan en pakken alles op.
Mogelijker wijze heb ik op het knopje centrale vergrendeling gedrukt bij het uitstappen van de RV want als we er weer in willen is alles geblokkeerd en liggen de sleutels binnen. Wat te doen in the middle of nowhere, geen cell phone, de lekkere warme kleren “erin” en wij erbuiten?
We kloppen aan bij een medecamper en laat nu net zijn broer een “locksmith” zijn. Na wat gebel en overleg besluiten we zo iemand maar te laten komen want de risico’s zijn te groot als we zelf gaan proberen het raam zo te forceren dat we erin kunnen. Op het moment dat de man wegloopt steekt hij achteloos zijn contactsleutel in het slot en ploep, de boel is weer ontgrendeld. Hij een fles Chardonay rijker en wij een illusie armer want deze actie betekent eigenlijk dat iedereen in onze camper kan komen. Wel heel opgelucht rijden we naar de kust waar we de laatste plek bemachtigen op een campground aan zee met zicht op Vancouver Island……………?
Met pijn in ons hart laten we Vancouver Island schieten. Het weer is er niet naar (hoewel we aan zee staan en Vancouver Island moeten kunnen zien is dat niet het geval; de reden lijkt me bekend) en een ferry tochtje heen en weer met de camper kost slechts
$ 587 en dat is dan ‘s nachts want overdag is het nog wat duurder. Zoveel voegt het ook niet toe is onze inschatting dus als we volgend jaar hier naar toe varen (wat geenszins zeker is) dan is dat stukje kust maar nieuw.

Na 2345 mijlen ! voornamelijk Pacific Coastal Highway gaan we rechtsaf en nemen in Port Townsend de ferry (een korte oversteek met kans op het spotten van orka’s lezen we in de boeken) en komen uiteindelijk zo een 80 mijl boven Seattle uit. Was het op de ferry nog stervenskoud (en geen orka gezien), gaandeweg de rit begint het op te klaren en onder een blauwe lucht parkeren we de camper op haar plaats. Het is zelfs zo warm geworden dat we het bier durven aan te spreken. De wind heeft haar best gedaan en volgens het weerbericht houden we schone luchten.
We gaan dus weer zuidwaarts. Hoe onze route precies zal worden weten we nog niet. Er komen ondanks de goede “blussingen” toch nog elke dag nieuwe brandhaarden bij, dus in tegenstelling tot kijken naar de hurricanes, kijken we nu als we internet hebben naar de rode bolletjes op de kaart.
Grote stappen snel thuis betekent dit dat we vanuit het noorden nu via de “binnenlanden” afzakken naar het zuiden en onderweg zeker Crater Lake Park gaan bezoeken, Yosemite Park aan zullen doen, wat kapitaal op gaan halen in Las Vegas (hum), de Grand Canyon doorkruisen (voor zover dat wil) en dan weer op huus an (= LA).

Dit is even wat anders autorijden dan de afgelopen periode. Dit is het Amerika zoals we dat kennen van de plaatjes en we zien het nu life. Groots, imposant. De Cascade Range doen hun naam eer aan. We stoppen waar we kunnen en we rijden weer verder als we willen. We krijgen er zowaar zin in.
Midden in Oregon (nog een paar uur rijden van Crater Lake Park) blijven we hangen. In dit wintersport gebied (er wordt voornamelijk gelanglauft) kun je ook heel goed in de zomer zijn. Meren en trails in overvloed. We gebruiken de camper zoals het eigenlijk niet mag. Via zandpaden (we laten stofwolken achter die zelfs in het ISS station worden waargenomen), net de boomtakken niet rakend (we zijn best wel groot voor dit soort weggetjes) weten we de camper op prachtige plekken neer te zetten. Als we er dan eenmaal staan is soms wel vraag de vraag: ”hoe komen we hier weer uit”, maar het feit dat jullie dit lezen geeft aan dat ook dat elke keer weer gelukt is. Heel bewust nemen we ook wat meer tijd voor dit gebied omdat we pas na het weekend van Labor Day (vergelijk het maar met ons Hemelvaart weekend wanneer heel Nederland on the road is) bij het Crater Lake Park willen aankomen. Amerika is daarna weer aan het werk en/of school en alleen de oudjes blijven over. Wel zo rustig.

En het was het afgelopen weekend gekkenwerk geweest hoorden we van een park ranger die ons op alle mogelijke manieren probeerde te helpen. Het hele park was te vol geweest en ze prees ons dat we het Labor Day weekend hadden afgewacht.
We zijn er vroeg bij (soms moet je iemand wat pushen) en net na tienen (we hebben dan al een ritje achter de rug van twee uur) dalen we de kraterwand af. Meer dan drie honderd meter naar beneden en wat ligt daar dan te dobberen?
Oh, wat ziet het water er mooi uit en wat ben ik stom geweest geen zwembroek mee te nemen want ik had er graag even in gewild (het wordt niet op prijs gesteld er zonder iets aan in te gaan).
Als we weer boven zijn, rijden we om de krater heen en zien we iets heel bijzonders wat ik maar samenvat als de poliepen van de aarde (na een vulkaanuitbarsting, in combinatie met stoom en miljoenen jaren erosie), ook wel de Pinnacles genoemd. Ronduit te gek.

Een ander voordeel van dit ouderen tijdperk dat nu is ingegaan, is dat je zonder enige reservering een plek krijgt op een campground en zo staan we aan het eind van de dag nog hoog in de bergen onder de bomen. Er wordt gewaarschuwd voor nieuwsgierige beren dus vannacht maar niet eruit. Het camperen begint zo waar nog gevaarlijk te worden.

Gelukkig heeft de noord-zuid route tot nu toe veel goed gemaakt en we verheugen ons op meer. We laten Oregon voor wat het is en gaan verder; zoals altijd, wordt vervolgd.

3 Replies to “Oregon – Washington – Oregon”

  1. Moet je toch nog het weer en de wind checken op het land….je zit in elk geval beter dan aan de oostkust waar nu 1 miljoen mensen worden geevacueerd….als het even kan NP Monument Valley en NP Capitol reef niet overslaan! Liefs uit Groningen,morgen op stap richting Sardinie……

  2. Super gaaf wat jullie nu doen! Wij zijn in Yarmouth Canada… paar dagen met Blauwe Neusjes en Kdansjes. Wij dan ri Halifax. Zij naar Amerika. We plannen ook een RV te huren en hier wat rond te reizen. Dikke kus van ons. Tineke en Herbert

  3. Jullie hebben er wel veel voor over om unieke plekjes te bezoeken. De “poliepen” vind ik werkelijk prachtig. Grappig dat jullie soms gemakkelijk geld lijken uit te geven en een volgend moment om een paar pond reserveringskosten weer vertrekken. Ik herken dat gedraag ook heel sterk bij mijzelf.
    In Zuidhorn is het nog steeds aan de droge kant. Er staat geen water in de sloot en het weer is nog prima. Niet zo warm, maar wel lekker weer om buiten van alles te doen. Een gespecialiseerd bedrijf is bezig om scheuren in de muren en plekken waar na 130 jaar de voeg verdwenen is te herstellen. Het is een zogenaamde snijvoeg en dat eist heel bijzonder gereedschap en geduld.
    Hopelijk is de lucht de komende weken wat schoner.
    Hartelijke groet,
    Ans en Engbert

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *