Bz, bz, bz, bz, bz, bz, bz, bz. Hoor jij ook wat? En we reden weer verder. Wel komt het geluid af en toe weer terug maar in onze RV is dat niet het enige geluid (wat een rammelkast). Pas als we stil staan en weer het nu bekende bz, bz, bz, bz,bz horen zie ik dat mijn telefoon de boosdoener is. 
Alert : Shasta sherif issuing evacuation, north from I 5 and lamoine to county line due to fire.
We bevinden ons op 30 mijl van dat gebied en zien inderdaad in de verte een grote dikke wolk zich opbouwen. Even snel rekenen; huidige wind richting en waar zijn we nu, met als conclusie: we hoeven ons geen zorgen te maken. We snappen nu wel waarom het de laatste uren zo ontzettend druk was op “onze” binnenwegen want al het verkeer op de I (Interstate) 5 (2 x 4 banen) moet omrijden (de I 5 blijft 8 dagen afgesloten).
We wisten dat dit zou kunnen gebeuren want het is heet en kurkdroog maar we hebben mazzel en we worden er niet echt mee geconfronteerd. De heersende windrichting zorgt er voor dat de rook naar het noordoosten wordt geblazen. Dus kunnen we Lassen Peak beklimmen, een berg van 10457 ft. in Lassen Volcanic National Park. Het is kraakhelder en de temperatuur om naar boven te gaan is uitstekend. We aarzelen eerst wel; kunnen we dit aan (ja natuurlijk) maar is het ook verstandig (we zijn niet echt getrainde bergmensen).
We dubben en dubben totdat een Amerikaan roept: ”come on, you are in good shape, it’s only 2500 ft. (is wel 800 meter omhoog!!) and you can do it in three hours”.
En zo zien we na elke bocht de parkeerplaats kleiner worden. Na twee en een half uur zijn we boven en dan heb je ook wat (bereikt). Een “fabulous view”. Voor ons als zeerotten voelt het alsof we “op de top van de wereld” zijn. Waar je ook kijkt, je ziet alleen maar bergtoppen, maar wij zijn hoger. Blauwe luchten rondom met één dissonant in het noordwesten, waar we uit opmaken dat het nog steeds goed fikt ten noorden van Redding. In anderhalf uur zijn we weer beneden. Wat een tocht.
Is het op papier een kippeneindje van Lassen Volcanic Park naar Yosemite National Park, de werkelijk was dat we godganse dag in de auto hebben gezeten. Het was mooi onderweg, zullen we maar zeggen.
De Park-ranger tipt ons dat het veel goedkoper is een jaarpas voor $ 80 te kopen (een jaar lang gratis toegang tot alle nationale parken in de US) dan elke keer een los kaartje (wat we bij de drie voorgaande parken wel hebben gedaan, samen $78!). Omdat we nog een aantal andere parken willen bezoeken is de keuze snel gemaakt en kopen we de Annual Park US Pas. Volgens de Park-ranger kan er geen restitutie van de eerder gedane park betalingen plaats vinden omdat we de bonnen niet bewaard hebben (en dat zullen we nog wel eens zien dacht ik toen).
Yosemite, we hoorden niet anders, daar moet je naar toe. Het is er “amazing” en nog meer van dat soort typische Amerikaanse uitdrukkingen. Nou daar rij je dan door het park over een 4-baans weg met hier en daar een daar een aparte busbaan. Overal borden: NO dit, NO dat en parkeerplaatsen te vergelijken met P4 van Schiphol. We voelen ons er helemaal thuis.
Omdat we geen zin hebben om met de RV het rondje door de Vallei te doen, nemen we de gratis shuttlebus die hetzelfde rondje rijdt als al die anderen in hun eigen auto. Een wel hele kleine besparing op het milieu, maar toch.
Hoewel het hoogseizoen al achter de rug is, is het druk in Yosemite en ook in de bus. “Willen de mensen in het gangpad naast elkaar gaan staan dan kunnen de wachtende buiten ook nog mee”.
Een onmogelijke opdracht voor die dikke Amerikanen. Gelukkig voor hen speelt een bandje voorafgaand aan elke stopplaats af, wat je er kunt eten, drinken en kopen.
Yosemite valt ons best wel tegen. Het is te gekunsteld, te perfect, te georganiseerd, maar wat moet je ook als je als Park elk jaar bezocht wordt door meer dan 6 miljoen mensen. We gaan vroeg op pad voor onze trail naar de Rainbow Falls. Door de aanhoudende droogte van de afgelopen maanden (waar niet) komt er niet veel water meer naar beneden maar de klim (vergelijk het maar een beetje met de Preikestolen in Noorwegen maar dan wat korter) is meer dan de moeite waard. We zijn blij dat we vroeg zijn begonnen want als we weer teruggaan (zelfde weg terug) zien we pas echt hoeveel mensen hetzelfde willen doen als wij. We zijn dol op anderen maar “es gibt Grenze” en we besluiten Yosemite te laten voor wat het is. D’r uit!
Van Mary Ann en Phil (je weet nog wel van de wijn aan de Columbia River) kregen we de tip om over de 395 naar het zuiden te rijden. Door het bezoeken van de eerder genoemde parken was dat er niet van gekomen maar ze hebben helemaal gelijk; een supermooie weg met hier en daar plekken die je bezocht moet hebben alvorens je in Las Vegas aankomt.
Het kostte even wat moeite (4000 ft naar beneden rijden een vallei in over een pad niet geschikt voor RV’s) maar dan staan we weer voor een natuurverschijnsel waarvan je je afvraagt hoe het in vredesnaam tot stand is gekomen. Waarom alleen op deze plek mooie zwarte staven basalt? Een kleine 100 meter lang en verder gewoon weer rotsen. Het is wel heel bijzonder en we zijn blij dat we dit gezien hebben (en weer veilig boven komen).
Death Valley is voor ons een no go area. Het is/wordt er gewoon te heet. Temperaturen van 50 graden of meer zijn in de zomermaanden standaard en we hebben dan ook bij het ophalen van de camper moeten ondertekenen dat we dat Park niet zullen bezoeken. Nu wil het feit dat als je over de 395 zuidwaarts rijdt en je naar Las Vegas wilt, je een heel stuk afsnijdt als je door het Death Valley rijdt. We besluiten om er dan maar heel vroeg door te rijden en brengen de nacht voorafgaande aan, door op ooit Hollywoods filmset voor vele cowboyfilms (ook weer een tip van Ann Mary en Phil).

Rollin, rollin, rollin . . . . . rollin, rollin rollin,
Rawhide !!!
Het is bijna levensecht en we wanen ons in de film. Zitten we heerlijk te genieten van een late avondborrel en komt opeens Little Joe voorbij (voor de kenners van Bonanza).
Het enige vervelende aan heel vroeg vertrekken voor “the crossing” is dat we naar het oosten rijden en dus te maken hebben met het opkomen van de zon. Normaal hebben we daar helemaal geen last van door het overhangende dak van de RV maar nu (voor zevenen!) is het behoorlijk knijpen met de ogen (zelfs met zonnebril en klep).
Rechtdoor, kaarsrecht, we houden het stuur alleen maar vast, rijden we het eerste uur op het park af. Het is prima te doen en zo rij je vanuit de bergen (+ 6000 ft.) de Valley in, ver onder zee niveau. Borden langs de weg geven aan de airco niet te gebruiken en het is maar goed dat we dat deden want bij het uitrijden van de Valley, heeft onze motor het er maar aardig moeilijk mee (we waren blij met een verplichte stop vanwege werk aan de weg). Je zal hier toch stranden terwijl je hier helemaal niet mag komen.
Op het heetst van de dag hebben we Death Valley al weer ruimschoots achter ons gelaten en rijden we in één keer door naar Las Vegas. Wie had dat ooit gedacht; gokken en trouwen, echt iets voor ons.
Wat we natuurlijk moesten zien was de Hoover dam, vlak onder Las Vegas. We doen een guided tour en gaan met een lift de catacomben in (zoef 300 meter (= 1000 ft) naar beneden), lopen door gangen in de dam en krijgen uitleg over hoe dit bouwwerk aardbevingsbestendig is gemaakt, ondanks het feit dat er breuklijnen dichtbij lopen en zien (ja, ja) hoe 5000 mensen, dag en nacht, met slechts 2 dagen vakantie per jaar (Independence Day en Christmas), de dam hebben gebouwd.
Tijdens de grote crisis mocht je blij zijn als je werk had. Een stukje techniek van jewelste maar ze (= de Amerikanen) moeten ook niet overdrijven. Groot, bigger en nog veel meer van dat soort superlatieven kwamen in de tour voorbij. Ik kon het daarom niet nalaten ze vertellen dat de langste dam in the Netherlands stond. In tegenstelling tot 1000 ft hoog is de Afsluitdijk (toch ook een dam) 9 miljoen ft lang. Zo, they were all very impressed, al heb ik er maar niet bij verteld dat het hoog en laag water verschil slechts een paar meter is, met een wel hele kleine stroom opwekking door middel van blue energy (een project in 2013 vanuit het Instituut Techniek opgestart).
We zitten eerste rang in de dubbeldekker voor de tour over “de strip”, waaraan alle grote hotels en casino’s staan. In deze stad geldt zeker big, bigger, biggest en ik verbaas me er over hoeveel mensen er rond lopen, wetende dat vele malen het dubbele ervan nu binnen aan een tafel of machine zit te spelen. Het is de manier om de stad te leren kennen, mede dankzij de humoristische wijze waarop onze guide alles verklaart. Niets is te gek in deze stad. Wat te denken van een wild waterglijbaan door een bassin met haaien en boven komen vlak voor de roulette tafel waar je kunt inzetten voor het bekende “rien ne va plus”. In de gauwigheid lopen we langs drie bands, die in Fremont Street (de oudste straat waar alles begon) gratis optreden (de straat stampend vol) met daarachter de volle gokpaleizen. Mooi sfeertje wat natuurlijk om meer vraagt en zo zitten we de volgende dag opnieuw in de Uber.
![]() |
![]() |
We hebben kaartjes voor Le Rêve, een show die je gezien moet hebben als je in deze stad bent (het verhaal stelt niet zo veel voor maar ach). Laat ik nu mijn ID vergeten zijn, wat betekend dat we niet naar binnen mogen maar alles lost zich weer op en zo zitten we op de derde ring, naar boven, vooruit, naar links en rechts te kijken We komen ogen te kort. Wat een professionaliteit. Wat er al niet uit het dak wordt neergelaten (of opgetrokken) wat er al niet verdwijnt onder water of weer opduikt en wat te spreken over de choreografie. Wat een spektakel. Nee zo, spectaculair als deze show was, zo mager was het resultaat aan en op de tafel met de nummers die Christine, Let en Daan hadden aangedragen. Het spreekwoord “ ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde” was hier van toepassing.
Net als Yosemite valt ook Zion National Park ons tegen. Het is m.i. ten onder aan het gaan aan zijn eigen succes. Er komen gewoon te veel toeristen en het vraagt nogal wat om alles in goede banen te leiden. Is ook nog einde seizoen? Wij kunnen het er niet vinden. Weg dus en zo zitten we al weer na een dag in de RV. Weg uit de drukte, weg van de voordringende Japanners, op zoek naar “echte” natuur, waar je geen bordjes tegen komt waarop voor de tigste keer staat aangegeven: geen kauwgum, niet van de paden af (ja, alles is geasfalteerd), niet skaten (ik ben er geen skater tegen gekomen), niet aan plantjes zitten en ga zo maar door. In het Cedar Breaks National Monument zien we gelukkig weer hoe het ook kan EN MOET. Het is lang niet zo bekend en laat dat ook maar zo blijven. We “trailen” er heerlijk op los en zien Amerika op een manier die we het liefste zien en dat alles op weg naar Bryce National Park.
![]() |
![]() |
We hadden het al meerdere keren gehoord. Bryce Canyon laat je elke keer weer verrassen. Na elke bocht is het landschap weer anders en is de rode kleur net weer iets roder dan daarvoor. Ik verleid Corrie voor een langere trail dan die we eerst gepland hadden (ik verwijs nog even naar het hier eerder genoemde spreekwoord) en daar hebben we geen spijt van. We schuifelen soms wel een beetje langs de kant (wel erg diepe afgronden), het is soms puffen (stijgingspercentage van over de 20% en dan hele lange stukken) maar wat worden we beloond. We houden elkaar af en toe maar even vast, zo mooi (en om uit te puffen, tenslotte doen we alles op een hoogte van 2500 meter en voor zeerotten is dat erg hoog).
Voordat we weer afzakken naar het zuiden (Grand Canyon) gaan we nog even noordwaarts. Capital Reef National Park, zo lezen we in de boeken, laat heel duidelijk zien hoe de eerste ontdekkingsreizigers zich letterlijk en figuurlijk een weg hebben gebaand door een gebergte dat er niet om liegt.
Dat pad (kloof) moet natuurlijk gelopen worden en dus rijden we nog even 200 mijlen naar het noorden (ja, als je er toch bent moet je het goed doen en niet achteraf thuis er achter komen: ”had ik dat ook nog maar even gedaan”).
We staan zoals wel vaker in het wild en zo krijgen we tegen 22.00 uur te maken met een buurman Amerikaan die zijn generator aan zet. Een hels kabaal en ik vraag hem heel beleefd of hij dat ding uit wil doen. Ik sta niet gauw met mijn mond vol tanden, maar om de boel niet verder te laten escaleren gaan wij maar een eindje verder op staan want tegen zijn opmerking “hij was hier het eerst, dus hij had de meeste rechten” kan ik niet op. “Make America great again”, nou dat was hier wel op z’n smalst. In 1 woord droevig en wat was ik weer wijs (hum).
Naar aanleiding van onze ervaringen in Yosemite en Zion doen we de Grand Canyon North Side. We hebben geen zin in die horde mensen die er zeker zullen zijn. Dit Park in Amerika overtreft alle andere parken en 9 van de 10 bezoeken de Grand Canyon South Side, dus vandaar. Maar uiteindelijk besluiten we (we horen alleen maar: “je móet er naar toe”) om toch ook de andere kant nog te bezoeken en steken we na twee dagen de Colorado River over op weg naar de zuidelijke ingang (slechts 200 mijlen rijden).
De zorg die we hadden blijkt niet te kloppen. Alles is zo groots opgezet dat het je totaal niet opvalt hoeveel bezoekers er rondlopen (meer dan 8 miljoen per jaar). Het feit dat de vakanties over zijn zal daar ook wel debet aan zijn.
We hebben stront mazzel, want door een canceling hebben we een plek op de camping midden in het dorp (voor de rest zit het stampvol en last minute kent men hier niet).
We willen met shuttle bus naar het meest westelijk puntje en dan langs de rand terug lopen, maar als we zien dat er ± 400 wachtenden voor ons zijn, draaien we de boel om. We lopen bijna solo over de RIM trail want . . . . . . . . . . de meesten nemen de bus, stappen uit op een “viewpoint”, stappen weer in en zo verder. Lopen? Ho maar. Maar vinden we dat erg? Het is alleen wat druk op die uitkijkpunten maar hoe verder we komen, des te rustiger en mooier.
We zijn wel wat moe als we de 12 mijl naar de westpunt onder de schoenen hebben en helaas, nu moeten we wel aanschuiven aan de lange rij die met de bus terug wil.
Ondertussen zijn we weer terug in Arizona.
Heel langzaam gaan we ons opmaken voor onze terugreis en rijden we naar de grens van Arizona en Californië. Onderweg, middenin de woestijn zien we een joekel van een gevangenis. Borden aan de kant van de weg vragen ons geen lifters mee te nemen.
wordt vervolgd
( door op de foto’s te klikken worden ze vergroot )







Geweldige reis zeg! En zo leuk erover te lezen! Een deel deden wij ooit ook met camper toen we alleen de 2 jongens nog hadden! Kus van ons.
Prachtig verhaal! En dan ook nog Little Joe tegengekomen. (Niet alleen van Bonanza maar natuurlijk ook in alle 1000 delen van Het kleine huis op de prairie. Heel veel groet Piet en Ruth
Prachtig verhaal en foto’s. Even meegereisd met jullie door een ongelofelijk landschap. Groet van Rob en Nienke
Dit is toch wel een super indrukwekkende tocht langs al die parken. Prachtige opnames van prachtige panorama’s. Ik zat bij jullie in de RV! Maar ik moet nu wel uitstappen, want je mag vanaf nu geen lifters meenemen. Maar het was boeiend; bedankt voor de “lift”..
mooi verslag weer!capitol reef vond ik ook geweldig.je had in Yosemite wel kunnen opgeven om el Capitan te beklimmen,maar je kunt niet alles hebben.liefs uit Sardinie,zw kust is prachtig.en:altijd wind op dit eiland.
Mooi verhaal Jan en Corrie. Leuk om te lezen zeker omdat veel plaatsen me bekend voorkomen van mijn vorige bezoeken in die gebieden. Een correctie: op het eiland La Palma van de Canarias heb je ook ven die “vierkante bazalt orgelpijpen”. Wij liggen daar nu met onze boot vlakbij. Vandaar.
Groeten en mooie reis verder. Theo en Mieke
Ook nu weer genoten van het verslag (en de prachtige kiekjes). Geweldig, wat een reis!
Beste Corrie en Jan,
Dat zijn weer heel wat avonturen, zeker voor “waterratten”. Prachtige foto’s. Je schrijft dat het park Yosemite jaarlijks 6 miljoen bezoekers trekt. Weet je dat Amsterdam in 2017… 42 miljoen gasten ontving? Ik wens jullie veel plezier verder. In Nederland is het weer prima. Droog, zonnig en prachtige verkleuringen. Kortom Indian summer.
Hartelijke groet,
Ans en Engbert
Prachtige beelden en verhalen, roepen veel herinneringen op.
Jammer dat het voor jullie zo druk om je heen was.