Heen en weer

De Emmabrug (in de volksmond de Pontjesbrug) gaat wagenwijd voor ons open. Toch wel heel bijzonder dat je, op welk moment je er ook door wilt, het hele leven tussen Otrabanda (= de andere kant) en Punda even stil staat en je er door mag. De Livingstone voelt zich als een celebrity op catwalk Schottegat (we worden van alle kanten gefotografeerd) en ze is op haar best. We zetten zeil en varen het gat uit. Wat gaat het lekker en wat merken we nu, wat we de afgelopen jaren gemist hebben, door aan de wind zonder het zwaard te varen. Ondanks de golven van een kleine twee meter en een stevige bries gaan we soepel door de golven zonder ook maar enige snelheid en windhoek in te leveren. Ik ga stil in een hoekje zitten, denk terug aan de voorgaande jaren (die gedachten hou ik voor mezelf) maar geniet. Dit is zoals de Livingstone behoort te varen.

We zijn aan het klungelen. We weten het wel maar toch gaat er het nodige mis. We komen er achter dat 10 maanden niet varen het nodige van ons vraagt. Niet dat er dingen verkeerd gaan (of soms wel een beetje), maar een boot moet je gebruiken en dat geldt dus ook voor ons. Moeiteloos zetten we een rif maar we vergeten het zeil voor bij de mast in te haken, dus het hijsen moet even over. Helemaal spannend wordt het, als we op weg naar Bonaire, halverwege bij Klein Curacao gaan ankeren. Is op 3 meter water 20 meter ketting meer dan genoeg, ons anker denkt er anders over want de ketting blijft maar lopen. 30 meter, 40 meter, 50 meter, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . We vliegen heen en weer en naar beneden en weten gelukkig zonder bril (al had ik die niet nodig want het was ondertussen donker geworden) de switch om te zetten. Morgen maar kijken hoe we het anker kunnen binnen halen.
We bereiden ons ’s nachts voor op het binnenhalen op de hand maar als we ’s ochtend de boel goed inspecteren blijkt dat helemaal niet nodig te zijn. We hebben namelijk alle lieren geserviced dus ook de ankerlier en wat blijkt: we hebben onvoldoende “de vrije val pal” verankerd en dan wil het wel lopen. We halen het anker elektrisch op en gaan uitgerust op weg naar Bonaire.

Door onze zwaard perikelen zitten we al weer 2 maanden in het “niet hurricane seizoen”. We twijfelen enorm. Gaan we alsnog naar Colombia en dan via de kust van Panama, Honduras en Belize omhoog (de wind voornamelijk van achteren, alleen varen wordt gelet op mogelijke overvallen ten zeerste afgeraden ) of gaan we via Islas Los Roques (Venezolaanse eilanden) nog verder oostwaarts en dan omhoog via dié eilanden (no dogs allowed) die we op de heenweg moesten overslaan. We besluiten eerst maar eens uit Curacao te vertrekken (10 maanden is ook wel heel erg lang) en naar Bonaire te varen en dan maar te zien.

Gelukkig worden er voor ons keuzes gemaakt. Allereerst het weer (lees de wind) want de noordooster wappert er goed op los waardoor het geen optie is om naar Islas Los Roques  te varen laat staan in één keer naar Puerto Rico, maar ook het sluiten van de zeegrens tussen Venezuela en de ABC-eilanden door Maduro, doet ons twijfelen en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gelukkig zijn er Annemarie en Rob van de Zeezout die ons weer met beide benen op de grond zetten. We gaan gewoon doen wat we ooit van plan waren, alleen kan alles niet meer en wordt het alleen Colombia en de San Blas eilanden. Het is een leuk, gezellig en veilig gegeven om dat samen met de Zeezout te doen. Daarna varen wij door naar Nova Scotia (Canada).

We doen op Bonaire touristico (waar niet trouwens). Hadden we verleden jaar de oostkant van Bonaire al gedaan. Nu dan de westkant. Het is één en al natuur, hoewel wel veel van het zelfde. Cactussen (heel veel cactussen), het is er dor en de natuur verlangt naar water. Het ziet er dus allemaal grauw uit. Net als op Curacao staan we weer letterlijk en figuurlijk stil bij hoe de zee op de kust beukt. Geen moment stopt het en we zijn blij dat we (vandaag) niet op zee zitten maar ons met een auto verplaatsen.

Aan de andere  kant van het eiland is het veel rustiger, dus tijd om de flamingo’s op te zoeken (dé top attractie van het eiland). Ze zijn zeker naar de kerk (het is als we ze bezoeken zondag) want veel zien we er niet. In de verte wat roze maar daar is dan ook alles mee gezegd. Op het eind zien we er drie, meer met de kop onder water dan erboven (een eigenschap van ze heb ik me laten vertellen) en als paparazzi wurm ik me door het struikgewas. Niet alleen een foto rijker (kopjes omhoog, yes!) maar ook ettelijke cactussen. Acupunctuur overal (Corrie is even bezig geweest met het ontnaalden).

Heb je meer dan drie weken op Bonaire gelegen dan wil je ook wel weer weg. OK, het is er altijd heel lekker warm, er is een AH, en je kan er heel mooi snorkelen maar dat is het dan ook wel (op de flamingo’s na natuurlijk).
Op naar Colombia. We plannen weer een tussenstop op Klein Curacao (hoewel het niet erg veel voorstelt heeft het een bijzondere aantrekkingskracht) en dan kunnen we gelijk kijken hoe het anker nu valt. Dan wordt het Aruba waar we samen met de Zeezout de route voor Colombia zullen gaan vaststellen.
Wat dat gaat opleveren: wordt vervolgd

 

3 Replies to “Heen en weer”

  1. Wat weer een fijn blog inclusief tof vissenfilmpje. (Veel meer dan één vis getuige al die geinige zebragestreepte visjes)
    Goede reis! Piet en Ruth

  2. Klinkt goed allemaal, Colombia(koffie, drugs)uit de buurt bij Madero(vlam in de lege pan) en Nova Scotia(ken ik niet,mijn associatie is iets met poolreizigers en ontdekkers.dat laatste past jullie natuurlijj weer mooi!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *