Als je er bent (in Colombia), dan moet je het ook goed doen, dus na 1 dag bijkomen van de “lost city” hike zijn we alweer op weg naar het Tayrona National Parc. Uit voorzorg boeken we een cabin (echte bedden) want de beweeglijkheid spettert er nog niet van af en daar handelen we dan ook maar naar.
Na de verplichte wandeltocht naar ons resort (vlak aan het strand) doen we niet veel anders meer dan zitten, een drankje, lekker eten, een swimm (repeterend) en daar schamen we ons niet voor. We zijn gewoon heel lekker aan het bijkomen.
Na onze enerverende Tayrona National Parc trip zitten we weer boordevol energie. In tegenstelling tot Rob en Annemarie (dochterlief komt in Cartagena aan boord) klaren wij in Santa Marta alvast uit voor Panama. Met deze Zarpa (een soort internationaal doorvaar bewijs voor Colombia) mogen we al hoppend op weg naar Panama elke gewenste havenplaats aandoen (denken we, op basis van wat we in de pilot hebben gelezen), zonder dat we elke keer een dure agent in de arm hoeven te nemen.
Op weg naar Cartagena, plannen we een tussenstop maar daar dacht de Colombiaanse Coastguard even iets anders over. We mogen wel in Puerto Velero blijven liggen maar niet langer dan 24 uur of . . . . . . . . . je moet je melden bij een agent die je voor veel geld ($150) weer zal voorzien van stempels officieel uitgeklaard voor Colombia. Nauwelijks bekomen van de nacht, varen we dus maar verder, wetende dat Cartegena met licht aanlopen voor ons een mission impossible gaat worden.
Met ruime, halve en aan de wind doen we niet onder voor elkaar maar zo gauw we (bijna) voor de wind moeten varen delven we het onderspit. De Zeezout spuit er dan vandoor en dat komt niet alleen vanwege haar vlakker onderwaterschip(ook 5 ton lichter), dus tijd voor wat les (nooit te oud om te leren toch?). De truc is om het voorzeil omgekeerd te varen (aan het zeil verander je niets hoor!), en wel zo dat het achterlijk strak staat en je met de lijnen aan de boom, zo’n profiel geeft aan het zeil dat er extra lift ontstaat. Met andere woorden; het gaat gewoon een knoop harder en dat is soms zeer welkom. Komt de Zeezout nog bij licht aan in Cartagena, wij mogen deze stad in het donker aanlopen en met al die lichtjes is dat geen kattepis.
Boem, boem, boem, boemerder boem en de bassen nemen in geluid toe. Dichter bij, nog dichter bij, nog weer dichter bij, we schommelen zo erg dat we ons vast moeten houden waarna de rust voor even weer terug keert met nadruk op even. We liggen, zo blijkt, in de gewenste lijn van de taxi boten en die hebben lak aan ankeraars. Zij moeten tenslotte van A naar B (het liefst zouden ze door je heen gaan maar dat doen ze dan nog net niet). Twee keer 200 PK, ze lachen er hier om dus hard, harder, hardst (golven hoog, hoger, hoogst) en dat geldt ook voor de muziek (luid, luider, luidst). Welkom op de rede van Cartagena.
Cartagena doet echt niet onder voor Santa Marta, in tegendeel. Een oud gedeelte, een heel oud gedeelte, omgeven door een oude, nog in takt zijnde stadswal (18 meter breed) en beide stadsdelen compleet toegerust op de toerist. Streetdance, muzikanten en verkopers en waar een stoel staat betekent dat “neem plaats”. Het leven is hier goed en goedkoop en we genieten dan ook volop. We zijn daar niet de enigen in want het is op sommige plekken in de oude stad net zo druk (zo niet drukker) als op de Grote Markt voor de Drie Gezusters. Gezellig dus.
Toch besluiten we Cartagena te laten voor wat het is. We hebben ons maar niet gemeld om geen slapende honden wakker te maken en dat ging goed. Gaat de Zeezout (na het oppikken van hun dochter, die over een paar dagen komt) in één keer naar Panama, wij gaan hoppend van eiland naar eiland en we hopen daar tegelijkertijd met hen aan te komen met als lokkertje; “eten” en “de verhalen” in de kuip van de Livingstone.
Onze dagtochten zijn niet lang. Na vier uren laten we het anker al weer vallen en zo liggen we na Isla Grande, het eerste eiland na Cartagena (het beviel ons daar zo goed dat we er een nacht aan vastgeknoopt hebben) al weer op Isla Tintipan, ter voorbereiding van onze approach van Panama. Er stond een mooie goede bries van achteren (wanneer ook niet in dit gebied) en zo konden we de theorie op de praktijk toepassen (de kotter “omgekeerd”, voor alle duidelijkheid, de Livingstone rechtop hoor). Het ging hard.
Onderweg worden we op beide zeiltochten getrakteerd op dolfijnen. Met een amper waarneembare zwiep schieten ze voorbij de boot, keren, springen, al dan niet synchroon met een jong. “ Ik stond erbij en ik keek ernaar”, in één woord geweldig. Ze riepen nog ”kom nu”, maar ze moeten nog maar even wachten (ik laat eerdaags toch maar even mijn haar knippen).
Onderweg (vanaf Cartagena) onderga ik hoe het leven weer is zonder te kunnen beschikken over internet en zijn we aangewezen op onze Iridium Go (communicatie via de satelliet maar geen internet). Het binnenhalen van een (verwachtte) mail vraagt wel het uiterste van me want pas na vele pogingen (2 uur!) heb ik het binnen (het bestand was gewoon te groot) en wederom de constatering dat men denkt dat het versturen van een mail naar een Iridium Go account op dezelfde manier kan als naar een Gmail account. Een misverstand! Een meegestuurd bedrijfslogo, vette tekst, een mooie opmaak en beantwoorden, het zijn vaak de vergeten boosdoeners maar wel een probleem voor mij als het gebeurt.
Als dan ook nog blijkt dat mijn noodzakelijke reactie opeens is verdwenen en ik het opnieuw moet doen zijn de peren raap en word ik door Corrie vriendelijk verzocht (letterlijk en figuurlijk) een paar keer onder de boot door te zwemmen (het zwaard hadden we vanwege het ankeren ingetrokken).
Uiteindelijk lukt alles, dus eind goed al goed en met Jan maak ik de deal dat hij inzage krijgt in mijn Gmail account en indien noodzakelijk mij de berichten doorstuurt (ontdaan van alle opsmuk) die ik op mijn Gmail ontvang. Het communiceren via de iridium Go (als we geen internet hebben) hoop ik met jullie te kunnen blijven doen maar dan wel “PLAT”!
Het aankomen in Panama is weer een waar huzaren stukje. Dikke golven rollen de baai in dus we strijken op zee en gaan op de motor verder. Erg goed voelt dit niet maar wat moet je dan. Vanuit de wetenschap dat we we niet eersten zijn die hier ankeren leggen we de Livingstone maar achter heel veel ketting en gaan we roeiend naar de wal. In ons beste Spaans komen we er achter dat we twee baaien verderop moeten zijn. Een “Wouter Verbraakje” *** in mini-formaat (verkeerder positie in de kaart gezet) met gelukkig geen rampzalige gevolgen, alleen wat extra varen (dit alles te zien op de tracker).
*** Wouter Verbraak was één van ‘s werelds beste navigatoren die in de vorige Volvo Ocean race de zeekaart middenin de Pacific onvoldoende kleiner heeft gemaakt waardoor zijn boot op een rif liep met desastreuze gevolgen (en het einde van zijn carrière als navigator).
Twee uur later ankeren we opnieuw en ondergaan het inklaren. Na wederom twee uur is al het papier werk achter de rug, zijn we op de foto geweest, zijn onze vingerafdrukken gedigitaliseerd, zijn van onze paspoorten en boot papieren 6 kopieën gemaakt (vraag me niet waarom), hebben we onze permit voor de San Blas Islands ($200) in de zak en zeilen we direct daarna de baai uit, weg van het gehobbel aan lager wal. Een kleine 10 mijl verderop wacht een mooie ankerplaats (Puerto Perme) waar we op de Zeezout gaan wachten. Tijd voor een plons en veel meer.


We liggen nog niet stil of we hebben de eerste uitgeholde boomstam al aan onze boot hangen en voordat we kunnen reageren zit onze Kuna man (met zoonlief) al bij ons aan boord. Ons gesprek verloopt op rolletjes (hum), maar al heel gauw krijgen we door dat hij ons wat wil verkopen. Uiteindelijk zijn we een rieten mandje met 4 limoenen en 2 mango’s rijker. Na zijn vertrek komen we er achter dat het fruit nog wel een maandje of wat mag doorrijpen maar het mandje maakt goede sier door vanaf nu al onze was knijpers te herbergen. Nee, aan belangstelling hebben we geen gebrek, maar het lastige is wel dat wij geen woord Spaans spreken en zij geen woord Engels en dat maakt de situatie best wel lastig. Toch nog maar wat basis begrippen Spaans leren en de eerste 200 meest voor komende woorden?
De Zeezout zien we al van verre naderen en vlak voor het donker wordt laten ze vlak achter ons het anker vallen. Tijd voor de verhalen, de drank en het eten zoals beloofd bij ons aan boord. Het wordt laat en ze zijn moe. Ze hebben na hun tocht vanaf Cartegena behoefte aan een dag rust en daar hebben we helemaal geen moeite mee. Alle tijd om te palaveren en zo we spreken af dat we op 1 april naar Ustupu zeilen waar dit bericht, deo volente, gepost zal worden. (jullie begrijpen dat dat niet is gelukt want het is ondertussen donderdag 4 april)
Zoals altijd: wordt vervolgd






Wat een mooie Colombiaanse belevenissen: van rollen achter anker tot inklaren, van natuur tot stad: heerlijk om mee te lezen. Veel plezier daar en gezelligheid met de zeezout! Liefs en knuffel, Rolf en Toos
weinig ontberingen,bruin en blond geworden, eten en drinken, leuk gezelschap,enjoy !