Hoppend door de San Blas

Als er iets te noemen valt over de San Blas en haar inwoners de Kuna’s, dan is dat wel rust, reinheid en regelmaat. Geen radiozender die staat te blèren, geen auto of brommer te bekennen (als je net uit Santa Marta of Cartagena bent gekomen, in de huidige tijd, een bijzondere ervaring), geen sirenes of andere geluiden, een heel enkel bootje met een motor.

Bijna iedereen peddelt hier in een uitgeholde boomstam door het leven.
Het is hier stil. Slechts aan het begin en eind van de dag, klinkt er in de dorpen een signaal. De dag begint: het wordt licht, 6 uur, dus aan de slag. De dag is ten einde: het wordt donker, iets na zessen. Dus iedereen haasje repje naar huis want het is in no time aardedonker en dan niet alleen op “straat” maar ook binnen in de hutten (en wat doe je dan anders in je bed dan slapen?).
Alleen wat betreft reinheid slaat men in de San Blas de plank volledig mis. Het is aan de randen van de eilanden één grote vuilnisbelt en wat je al niet voorbij ziet drijven? Je moet er soms ankeren maar voor geen geld erin. (Een) doodzonde.

We doorkruisen dit bijzondere gebied (eiland benemend maar daar straks meer over) waar men zich angstvallig vast houdt aan de normen en waarden die al eeuwen gelden met op de loer liggend de grote “echte” wereld die elke dag en stukje dichterbij komt. Zo zijn er al een aantal dorpen waar voorzichtig elektriciteit wordt geproduceerd met zonnepanelen en staat er een zend- en ontvangst mast waardoor een provider beschikbaar wordt (van 1- tot 4G). Ook zijn er al een paar dorpen die afstand  hebben genomen van de traditionele Kuna cultuur. Deze ontwikkeling valt niet tegen te houden en hoe lang duurt het nog voordat een McDonalds hier haar eerste vestiging opent?

Wij hebben in elk geval nog net op tijd een blik mogen werpen op een bestaande oude cultuur met dan wel met de nadruk op “net op tijd”. Het gebied “vercommercialiseert” (daar is niets mis mee; wij kopen tenslotte ook een paar hele mooie mola’s, borduurwerk van de bovenste plank, en de groentenboer komt langs de boten), maar kan men de verleiding weerstaan van een heleboel andere westerse gewoonten waardoor het authentieke van dit gebied verloren gaat? We gaan het zien (= degenen die na ons komen).
In tegenstelling tot bij ”ons” (ha ha) waar de dagen nu lengen, heerst dus hier de regelmaat de klok, simpelweg omdat de zon om 12 uur recht boven de boot staat en zes uur nodig heeft om er te komen en ook om te gaan (en daar zit over het jaar maar weinig verandering in). We bevinden ons dan ook tussen de 8e en 9e graad noorderbreedte. Zijn wij even blij dat we na zessen wel een lampje aan kunnen doen?

De in Cartagena aangemonsterde bemanning van de Zeezout heeft slechts een week voor de San Blas en het enige dat zeker is, is de terugvlucht vanuit Panama City. In de pilot lezen we dat er goede vlieg verbindingen zijn vanaf een aantal eilanden naar Panama City maar zonder internet kom je tegenwoordig niet ver, dus besluiten we om wat meer naar de bewoonde wereld te varen. Het meest ontwikkelde gebied van de San Blas ligt in het noorden en zo varen we langs de grote bergen (half verscholen in de wolken) naar Ustupu, waar zoals jullie hebben gelezen, het internet zo zwak was dat mailen niet mogelijk was. We hebben meer succes bij Nargana en daar komen we er achter dat als we helemaal doorvaren tot aan het eind van de San Blas, er een bus kan worden gepakt naar Panama City. Eén zorg minder voor de Zeezouters en nu kunnen we plannen maken voor de komende korte tijd.

Een hoogtepunt was een tocht op de rivier was ons verteld. Met Frederico onze gids, varen we de rivier op totdat we niet meer verder kunnen. Echte wildernis is het niet meer want de dorpelingen benutten elk stukje grond aan de rivier voor bananen, mango’s en andere agrarische producten. Aan de wallekant doen de mannen de was in het schone en zoete water (de vrouwen blijven thuis). We waren lekker gemaakt met ook wat oerwoud dieren te zullen spotten maar op een zwarte reiger na was er geen activiteit. Het was groen en het bleef groen en daar moesten we het mee doen. Een beetje lauw dus in tegenstelling tot het zeilen, want ……..  wat is het mooi varen hier en hoe noordelijker we komen des te liever en rustiger omdat we dan bijna volledig achter het grote rif kunnen varen. Waar je ook kijkt, het ene na het andere eiland popt op. Grote – (met mangrove bossen) maar ook hele kleine eilanden waarop een paar palmbomen staan omzoomd met een super geil strand.

Leggen we in het begin een dubbel afstand af (we moeten tegen de wind in) hoe verder  we komen, hoe meer de wind in de goede richting draait, daarbij geholpen doordat de kust net een beetje de andere kant opbuigt. Super lekker varen dus en in vijf dagen zijn we aan de andere kant van San Blas. Je zou denken dat we met onze permit voor de San Blas onbekommerd kunnen rond varen maar dan heb je het mis. Je hebt je anker nog niet in het water liggen of er komt al een “boomstam” aan die de plaatselijke fee ($ 10.- ) komt innen. De Kuna’s hebben donders goed door dat hier een mooie bron van inkomsten ligt en denk nu niet dat je er onder uit komt. Ze blijven uitermate vriendelijk maar ze wachten net zo lang totdat je betaald hebt. Om te laten zien dat we de Kuna cultuur hoog hebben, voeren we zelfs hun vlag met daarin een hakenkruis, al kost ons dat wel enige moeite. Maar ja, een land een land, een vlag een vlag en zo doen we het dan maar: rood wit blauw achterop en hun vlag (klein dus ook een heel klein . . . . ) in het want.

Het is wel uitkijken geblazen want de riffen zijn talrijk. Onze Navionics kaarten (tot nu toe super goed voor onze wereld omzwerving) zijn bij lange na niet toereikend voor dit gebied (we varen soms over land of we denken dat we er kunnen varen maar dan ligt er een ondiepte waar we niet overheen moeten willen) en we zijn hartstikke blij dat we van de Zanzibar andere elektronische kaarten hebben gekregen die de realiteit onder en boven water wel goed weergeven. Best wel raar dat dit gebied tot nu toe amper gekarteerd is (verantwoordelijkheid van de Panamese regering) maar mogelijk heeft de private actie van Eric Bauhaus, die alles rondom Panama de afgelopen dertig jaar perfect in kaart heeft gebracht, hier mee te maken. Wij kunnen er in elk geval goed mee uit de voeten. Uit voorzorg trekken we bij “spannende” passages (minder dan 5 meter water) het zwaard in om het daarna weer snel te laten zakken als er weer (meer dan) voldoende water staat. Het komt het humeur van de schipper door de sterk verbeterde zeilprestaties zeer ten goede.

Des te noordelijker in de San Blas des te veiliger volgens de pilot maar helaas. Vannacht hadden we een ongenode gast. Ik werd wakker van Corrie’s stem: ”go away, move” en andere Spaanse woorden voor iemand die moet oprotten. Foute boel dus. Ik spring uit mijn bed en storm de kuip in en ondersteun Corrie in haar actie. Je zou denken, mijn verschijning moet helpen maar niets was minder waar. “Hello you” met een big smile, “amigo, I’m your friend, I like you” en andere onsamenhangende woorden (ik schat in dat zijn Engels was uitgeput). Het was overduidelijk: totaal geen gezag, en een fikse deuk in mijn mannelijkheid. De grote vraag?, hoe krijgen we meneer weg van de zee-reling. Ondertussen rapen we alle losse spullen die in de kuip liggen bij elkaar (floep naar binnen) en na lange tijd, waarbij we uiteindelijk roerloos tegenover elkaar zaten (als woorden niet helpen dan maar de stilte) liet hij de zee-reling los en ging er vandoor.
De stilte die daarop volgt in bed is oorverdovend want de slaap wil niet vatten. Voortdurend ben ik gespitst op de geluiden van een boomstam die nadert en jawel, net als ik denk “ík ga slapen, ik ben moe, ‘k sluit mijn beide oogjes toe”, hoor ik hem weer komen. Ik sluip mijn bed uit, pak voor de zekerheid uit de keukenla het grote AH mes (van de zegeltjes) en posteer me in de kuipingang en zeg niets. Hij ziet me zitten, houdt in en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . peddelt verder. Ik groei!
Zo zie je maar weer, het kan je overkomen en dit loopt allemaal met een sisser af. Los van de gezelligheid was dit ook een reden om samen met de Zeezout dit gebied te doen, maar nooit gedacht dat het ons zou overkomen. Een reden om anders te gaan slapen? Geenszins. Zwemtrap in, de dinghy uit het water en that’s it. En zo blijven we het maar doen.

Het is niet alleen een schitterend gebied om te zeilen maar het is ook een waar snorkelparadijs. Het water is er glas helder (nu begrijp ik waar die term vandaan komt) en ik durf jullie de temperatuur van het water niet eens te noemen. Na een uurtje beginnen je vingers wat te verweken maar het woord koud kennen we hier niet. Een punt van zorg is wel de snelle aangroei aan het onderwaterschip, ondanks het feit dat we op Curacao (nog geen 10 weken geleden!) 2 nieuwe lagen antifouling er op hebben aangebracht. We hebben al weer een behoorlijke baard en daar is maar één remedie tegen en dat is: op naar koude wateren en varen (een zoetwaterrivier opzoeken is voor ons geen optie).

Dat varen zit er aan te komen maar ongeschoren zou heel veel snelheid inleveren dus gaan we onder de boot met als gevolg dat hij weer super glad is maar dat ik er wel een hele zere keel aan overhoud. Vier keer een half uur perslucht door je strot is vragen om moeilijkheden zeker als je al wat verkouden het water in gaat. Dom, dom en nog eens dom. Gelukkig zitten er in onze medicijnen kist dé pillen en doen we dit nooit weer. Een schoon onderwater schip is mooi, maar de longen schoon houden is iets belangrijker, denk ik achteraf heel wijs (hum).

Hoe verleidelijk ook om nog wat te blijven hangen tussen al die mooie eilanden, we verlaten de San Blas. Het is al halverwege april en het wordt vanaf nu tijd goed de weersystemen in de gaten te houden en de boot verder te prepareren voor de tocht naar het noorden, maar eigenlijk zouden we nu heel graag even in de Willemstraat willen zijn, gewoon om er te zijn. Het is een onomkeerbaar proces waar ons zusje nu mee te maken krijgt en hoe gaat dat dan. Lekker zorgeloos over de zeeën rondvaren, we prijzen ons gelukkig dat we het kunnen doen. Dan is de afstand wel een lastig gegeven als je vindt dat je er moet zijn. Gelukkig hebben we satelliet telefoon, maar gemakkelijk? . . . . . . . verre van dat.

Zoals altijd: wordt vervolgd

 

 

3 Replies to “Hoppend door de San Blas”

  1. Weer leuk verhaal van jullie, jaloersmakend. Wel spannend met die ongenodigde bezoekers. Wij varen nog steeds rond de Canarias. Behouden vaart en groeten. Theo en Mieke

  2. ah leuk die ongedwongen contacten met de inheemse bevolking!zeker niet afhouden dat zou men als arrogant kunnen zien

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *