In 11 slagen door de Caribbean Sea

Vanuit Panama varen we noord. Een 60 mijl boven ons waait een mooie ooster. Als we daar echter aankomen (door de zachte bries en stroom tegen – 0,7 knoop –  koste dat wel een halve dag) hebben we nog steeds de noordooster en zien we op de weerkaart dat 60 mijl boven ons er een mooie ooster waait.

Dat weerpatroon herhaalt zich en zo hebben we de eerste twee dagen te maken met een stugge noordooster die van geen wijken weet. We varen dus noord. Als dan eindelijk de wind een ietsje naar het oosten ruimt komen we uit op de ondiepten die voor dit gebied zo kenmerkend zijn.

Dus zit er niet anders op (om toch in Port Morant aan te willen komen) dan overstag te gaan, met als gevolg dat we weer van Jamaica weg varen en . . . . . . . . . . de wind tegemoet, al is dat niet eens het vervelendst. Dat zijn de golven. Hoewel het niet eens knetterhard waait (een dikke 5 bft) heeft de zee zich behoorlijk opgebouwd en daar moeten we wel tegen in. We passen onze zeilvoering zo aan dat we voldoende druk in het zeil houden (we spelen met het eerste en tweede rif in combinatie met de kluiver helemaal in of gedeeltelijk uit) maar ook weer niet met zoveel zeil dat we te veel helling krijgen. Met je ogen dicht voel (hoor) je haarfijn aan wanneer er een zeil actie moet plaats vinden, wat voor ons betekent dat we voortdurend in de weer zijn. Ondanks onze zeilaanpassingen zijn er van die joekels van golven die alle snelheid uit de boot halen (het water bruist dan ook door het gangboord), maar als dat te vaak gebeurt is het tijd voor actie. We maken de windhoek dan wat groter waardoor de golven minder recht worden aangesneden en/of we nemen wat zeil in.

Toch weten we de dag afstanden met al dit geweld iets op te voeren, weliswaar geholpen door meer wind in de tweede helft van onze trip maar op zijn tijd ook weer behoorlijk afgestraft door het golfgeweld. Nog even en we zijn cracks en zo weten we de geplande 520 mijlen rechtstreeks (Linton Bay, Panama  > Port Morant, Jamaica) in zes en halve dag af te leggen, want door al dat getack hebben we er 799 mijl van gemaakt (bijna 5,5 knoop gemiddeld en dat aan de wind, we zijn trots!).

Alles scherp aan de wind, alles onder helling en dan toch de warme maaltijd, een bak koffie en niet te vergeten ons happy hour. Er zijn legio zeilers die niet drinken tijden het varen, nou wij wel. Het is naast het eten, hét moment van de dag waarin we samen in de kuip zitten. Een proost, een slok, een lekkere snack, overpeinzingen en de Livingstone die haar best doet (de nacht in). Het kan niet beter.

Deze bijna zeven dagen aan de wind in de hier boven genoemde omstandigheden waren wel een aanslag op de boot (wij zijn alleen een beetje moe). Niet dat er essentiële dingen kapot zijn gegaan (het zwaard doet het perfect zonder enige lekkage en wat maakt dat het zeilen plezierig!), maar een kleine week in een kleine ruimte (waar het meer dan 30 graden is) vraagt in Port Morant (een prachtige ankerplek) om een grote schoonmaak (alles is zout mede doordat we altijd te laat de poorten sluiten voor de zo welkome frisse en koelere lucht). We krijgen daar ook alle tijd voor want we moeten meer dan een dag op de health officer (een vrolijke Jamaicaanse) wachten, dus niet van boord, met wel weer als resultaat dat ze zelden zo’n mooie opgeruimde en schone boot had aangetroffen. Na het inspecteren van onze voorraad (oh, ik zie veel melk en frisdranken, dat is goed) en het beantwoorden van wat vragen worden we gezond verklaard en mogen we Jamaica “betreden” (immigrations en customs namen hierna nog wel een paar uur in beslag).

Port Morant is een prima ankerplek ter voorbereiding op ons vervolg naar de USA. We lopen onze zeilen nog eens na (toch nog maar even de naaimachine op het dek) en maken dankbaar gebruik van de zoetwaterkraan van de Coastguard (waar we voor anker liggen) om al onze lijnen te ontzouten. We hebben geen behoefte om nog iets van het land te zien (dat hebben we verleden jaar al gedaan, zie 3 blog 2018) en richten ons op het perfect klaar maken van boot en bemanning.

 

Er rest ons nog één moeilijke passage en dat is tussen Cuba en Haïti. Daarna is het de Golfstroom oppakken en verder met een bakstagwind omhoog. Tot waar we komen?

Prijsvraag

  • Hoeveel mijl gaan we varen? (stoppen we bij Fort Lauderdale of wordt het in een keer door naar de Cheasapeake Bay of nog verder).
  • Geef je schatting door in je “comment”.
  • Reageren kan tot en met vrijdag 10 mei, 12.00 uur locale tijd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5 Replies to “In 11 slagen door de Caribbean Sea”

  1. Van mij geen schatting maar wel een zeer gemeend ‘behouden vaart’ gewenst. Hartelijke groet voor jullie beiden! Ruth

  2. Dit blog lijkt een beetje de Volvo ocean race maar dan met zijn tweeen.Het wordt Congo bay op de Bahama’s, als tussenstop

  3. jullie kennende; recht zo die gaat… met, na de bahama’s, achterlijke winden:1399 zeemijlen:)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *