Dag Zeezout. In een “vaar > wel” diner op de Zeezout nemen we afscheid van Annemarie en Rob. Onze wegen scheiden hier want onze bestemming is Nova Scotia en de Zeezout vaart eind deze maand naar ”huis”. Vanuit de kuip (met een mooie zonsondergang) blikken we terug op onze gezamenlijke tocht.
We zouden het zo weer overdoen. Samen dingen doen, maar ook weer genoeg vrijheid om je eigen weg te gaan (we blijven een beetje einzelgängers) en voor ons het genot om als we aankomen de Zeezout al te zien liggen (super snel schip). Dat houdt nu op.
Tussen Haïti en Cuba zien we geen constante wind (als er wind is) maar als we het “gat” uit zijn (zo geeft het weerbericht aan) kunnen we met een mooie wind schuin van achteren naar de oostkust van de US varen.
We zwaaien nog een keer naar de Zeezout en kruisen weg van het eiland om vervolgens in één rechte lijn naar de passage te varen. Wel wind, geen wind (we motorren zelfs om wind op te pakken om niet tussen Haïti en Cuba te blijven hangen), maar uiteindelijk gaan we het hoekje om en varen we tussen Cuba en de Bahama’s langzaam (met nadruk op langzaam) omhoog.
Langzaam naar nog langzamer. Elke keer namelijk dat we een nieuwe weerbericht downloaden (elke 12 uur) zien we de wind verder afnemen. Varen we de eerste dagen nog bijna (gemiddeld ) zes knopen per uur, dat wordt gaandeweg minder. Als we een halve dag niet meer dan 1 knoop per uur hebben gevaren (we zitten dan in onze vierde dag) besluiten we wat Columbus niet kon maar wij wel, de motor te starten. Ongecontroleerd rond dobberen tussen de grote “jongens” die je aan alle kanten met een rotgang voorbij ziet stuiven bevalt ons niet en zien we op de nieuwe weerkaart 60 mijl verder op niet een windveld liggen waar we gebruik van kunnen maken? Het is even slikken maar als we wind voelen zijn de accu’s ook weer bijgeladen en maken we eerst langzaam (dat kennen we) maar al heel snel vaart met uiteindelijk een snelheidsrecord van 11,2 knopen op de GPS weliswaar geholpen door de Golfstroom die we voor de kust van Florida op onze laatste dag onder de kiel hebben.
We gaan zelfs zo snel dat we er serieus rekening mee gaan houden nog met licht aan te komen (zonder een Zeezout die er al ligt). Een mooi vooruitzicht toch? Maar dat soort gedachten moet je gewoon niet hebben. Met nog 15 mijlen te gaan, verzeilen we letterlijk en figuurlijk in een bui der buien (onweer, ik ben als de dood), gevolgd door een noorden wind van 30 knopen. Ver in de nacht leggen we het anker neer in Lake Sylvia te Fort Lauderdale (FL). We zijn er.
Hadden we toen we wegvoeren uit Jamaica het idee zeker Beaufort in North Carolina te zullen halen, die gedachte hebben we onderweg moeten laten varen. Wind, daar moeten we het van hebben om vooruit te komen en liet die het nu net niet afweten? Ja, onze kijk op het zeilen is wel wat veranderd. Ik zie ons jaren geleden als beginnende zeilers nog staan aan ’t Soal, uitkijkend over het IJsselmeer terwijl het een 4 bft waaide; “morgen blijven we maar liggen want het waait wel heel erg hard”.
Het was een aangename ervaring om in deze afgelopen wind periode een afstand van 774 mijlen te hebben afgelegd (als ik dit getal koppel aan de inzendingen (2) van de prijsvraag, dan is het niet benoemen van een winnaar gerechtvaardigd, sorry Let).
Het is nu blak in Lake Sylvia (FL) maar zo gauw er weer rimpels op het water komen gaan we door. Door weer en wind zullen we maar zeggen.
Dat we door gaan is zeker aan de orde. De haren worden te lang – zelfs haargroei op de knie – dus het wordt weer eens tijd voor lange broek. Over andere lichaamsdelen laat ik me maar niet uit, laat staan een foto daarvan. Nee zonder dollen, we verlangen naar wat andere temperaturen en verontschuldigen ons alvast maar voor deze gedachten want we weten dat volksstammen ons benijden en zich vertwijfeld afvragen wat ons in vredesnaam bezield om naar de kou te varen en niet redelijk nakend het zonnige verkiezen. Enfin, jullie zullen me zeker horen piepen als we er zijn (moet ik weer handschoenen aan, warmte ondergoed dan wel mijn overlevingspak) maar is dat nu niet het mooie van een tocht als de onze: nu verlangen naar het nieuwe om dan weer terug te keren naar het eerder verlangde.
Waar we zeker niet naar terug verlangen is het verkrijgen van een clearance hier in Fort Lauderdale. Omdat we ‘s nachts waren aangekomen had ik netjes een bericht ingesproken (je moet je melden!) maar dat werd door mevrouw de officier niet geloofd, dus een boete van $10.000. Ik had me via het internet moeten melden. Ik kon haar niet duidelijk maken dat we geen internet hebben, komende van een ander land op zee, maar dat was niet haar probleem maar het mijne. Uiteindelijk draaide ze wat bij en kregen we een waarschuwing met een notitie in onze file dat bij een volgende keer wel de juiste procedure gevolgd moet worden. Toen ze mij vervolgens tegensprak toen ik het over mijn vrouw had (het was niet mijn vrouw omdat we niet getrouwd waren, ja ja) ben ik even van leer getrokken en dat moet je nu net niet doen, echter es gibt Grenze. Wat een zeikerd en al die tijd (bijna 25 minuten!!) moest ik voor haar bureau staan en uitleg geven op allerlei onzinnige vragen. Met veel tegenzin kregen we in onze paspoorten de stempels maar van harte ging het niet. In elk geval weer voor 6 maanden “gedekt” zullen we maar zeggen.
te koop, speeltje van Spielberg
Wat betreft het verkrijgen van een cruising permit voor de oostkust van de USA hadden we een soortgelijke ervaring met als uitkomst dat we voor slechts 5 maanden zorgeloos rond kunnen varen terwijl we voor een jaar nodig hebben (en die wordt ook standaard uitgegeven).
Ik maak me over beide situaties geen zorgen want alles na lezende op internet blijken de dames waar we mee te maken hadden hun eigen regels niet goed te kennen. Ik zal de volgende keer wat harder blaffen en direct om een stoel vragen (daar zo staan was embarrassing en ik ben tenslotte bejaard niet?)
Amerika, de entree was weer hart verwarmend, op naar koude kusten.
Zoals altijd: wordt vervolgd



Jan, Mooi verhaal!
Dank jullie wel voor de goede tijd!
Rob en Annemarie
voortaan gewoon, zoals op fotootje, op d’r bureautje met die lekkere behaarde knieën naar d’r toe gaan zitten – werkt ongetwijfeld ontwapenend. gr., co