JA !

We lagen op Aruba (eind februari dit jaar) toen Daan belde met de woorden “ik moet je iets vertellen”. Op dat moment begonnen al mijn hersencellen (voor zover aanwezig) als een idioot te werken. Wat zou het zijn, en vul de mogelijkheden dan maar in. ”We

gaan trouwen”. “Eerst in Groningen (voor de wet) maar het echte gebeurt op de Filipijnen”. Na deze woorden gelijk de telefoon op de luidspreker, met als gevolg dat twee nuchtere noordelingen (en verstokte samenwoners) een vreugdedans deden op het dek. We zijn super blij en spreken af dat we niet naar Groningen komen (loket trouwen) maar naar de Filipijnen. Als ik hem de volgende dag bel met de vraag naar welk eiland we moeten op de Filipijnen, in verband met het boeken van een vlucht, blijkt dat we door ons enthousiasme niet goed hebben geluisterd want er wordt nu wel getrouwd in Groningen (juli 2019) maar pas in mei 2020 op de Filipijnen. We hadden al bijna een vlucht geboekt (oef).

En dus heb ik het echtpaar Steenmeijer Lobrido afgelopen vrijdag toegesproken. Met de huidige communicatie middelen waren we er als het ware bij. Aan de ene kant jammer dat we niet in levende lijve aanwezig waren maar het “echie” komt nog. Het ging trouwens ook super snel want na 10 minuten was alles afgehandeld en waren ze getrouwd. Hulde aan het bruidspaar.

We gaan dus naar de Filipijnen en behalve “het trouwen” (het zal vast langer duren dan 10 minuten), is het een mooie gelegenheid om ook het land te ontdekken. Voortvarend als we zijn hebben we nu al een plek voor de Livingstone gereserveerd in Miami (maart/april/mei) en vanuit daar vliegen we naar de Filipijnen. Tot die tijd  zijn we in Nova Scotia (Canada), Maine en andere staten aan de oostkust van de US en niet te vergeten de Bahama’s.
Uiterlijk half mei komen we dan weer terug in Miami waar we de boot klaar maken voor DÉ oversteek, met een tussenstop op de Azoren. Het moet daar erg mooi zijn dus we zullen daar wel even blijven maar het ligt in de bedoeling dat we in september na 5 jaar met de boot weer thuis zijn. Even een pas op de plaats en dan zien we wel weer wat we in 2021 gaan doen (drie hoog achter, ik dacht het niet).

Ondertussen varen we weer rond alsof we nooit anders hebben gedaan. Twijfelden we er in het voorgaande blog nog aan of de onderdelen van de stuurmotor na het weekend geplaatst gingen worden, die twijfel was volkomen onterecht, want aan het einde van de middag kwam het verlossende telefoontje “of ze nog konden komen” en wij in koor : “JAAAAAAAAAAAAAAAAAAA”.
We waren op dat moment in het Whaling Museum (er hangen prachtige schilderijen van walvisvaarders door Hollandse Meesters, wat te denken van De Jan van Groningen, een driemaster van 35 meter) dus de Amerikanen in hun auto’s keken raar op toen twee figuren op kleine vouwfietsen als idioten (op z’n Nederlands, dus God noch gebod) over de weg fietsten om Dan van Chris Electronics op te pikken bij de plek waar onze dinghy lag (hij zou er eens vandoor kunnen gaan). Het inzetten van het onderdeel had toch nog wel wat voeten in de aarde maar we kunnen nu weer 30.000 mijlen vooruit en mocht het toch vervangen moeten worden dan hebben we een reserve aan boord en weten we hoe het moet. Het kostte wat meer tijd dan we gepland hadden, het uurloon viel ook een beetje tegen maar alles werkt weer, dus we zijn weer zo vrij als een vogeltje.

En zo voeren we de volgende dag weg uit New Bedford. Na “de woorden” aan Daan en Christine (we liggen dan in Provincetown voor de noodzakelijke internet sterkte) besluiten we om alsnog naar Boston te varen. Met de laatste wind die de komende dagen gaat waaien varen we vlak voor het donker wordt de Charles River op en leggen de Livingstone vlak voor de wolkenkrabbers achter het anker. Je komt hier dan niet voor de rust. Het internationale vliegveld aan de ene kant (elke minuut eentje die omhoog gaat), de vele taxi bootjes die af en aan varen (met de nodige golfslag) en het gegons van de stad, maar  . . . . . . . . . je bent dan wel in hartje Boston. We krijgen van de Bluenose de tip waar we de dinghy gratis neer kunnen leggen (ik geloof ook dat het de enige plek is waar voor je geen 30 dollar hoeft te betalen) en vanuit daar ligt de stad voor je open.

Wat een leuke stad. Vergelijk het maar met Groningen maar dan in het groot (iets minder terrasjes). We sjouwen heel wat af. De eerst dag staat in het teken van de noodzakelijke dingen. We halen bij de Apple Store de Mac op (die is weer als nieuw, met alles wat daarbij hoort), we proberen ons internet abonnement te verlengen (ik laat me daar maar niet over uit), en we lunchen???? (genoeg over voor het avondeten) heel erg lekker. Het contrast van heel oude en super moderne gebouwen door elkaar is heel bijzonder. De tweede dag beperken we ons tot het doen van de Freedom Trail (denken we). Het is een route door de stad met 16 bezienswaardigheden die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Amerika (de route is heel handig gevisualiseerd door een rode lijn op de straat). In tegenstelling tot heel veel anderen (die worden met de hop on, hop off bus gebracht) lopen we de hele route en daarna zitten we, inmiddels weer terug in het centrum, met warme voetjes op een terras bij te komen. Wat smaakt bier dan lekker. Als toegift lopen we nog even een extra 2 mijl (dus ook weer terug) voor het kopen van een nieuwe camera (die ze niet meer hebben, eerst even bellen dus!) en genieten, we nog meer moe dan we al waren, uiteindelijk in de kuip van alles wat om ons heen gebeurt.

We blijven zeilers en checken dus elke dag het weer en zien dat de voorspelde wind op maandag het laat afweten en omdat we niet van dobberen houden gunnen we ons wat extra tijd in Boston en kunnen we wat bijkomen van al het geloop. Een rustdag dus, wat weer tijd oplevert voor de altijd terugkerende onderhoudsklussen, met als voordeel, dat we nu Harvard een dag later op een doordeweekse dag kunnen bezoeken. Jullie merken het, het leven glimlacht ons toe.

En zo lopen we de volgende dag naar de dichtstbijzijnde T (= ingang Metro). In elke stad is het weer anders maar uiteindelijk komen we eruit. “U bent echt ouder dan 65?”, “Ik geloof u niet”.  Maar onze ID’s liegen niet en dus reizen we met een bejaarden pas (het voelt echt onwennig) voor een dollar per rit onder de grond naar waar we willen wezen.

Het was best wel bijzonder om over de campus van Harvard te lopen. Schitterende oude gebouwen omgeven door goed onderhouden grasvelden. Het was in werkelijkheid alleen veel kleiner dan we dachten, maar wat een entourage. Omwille van de tijd hebben we het Massachusetts Institute of Technology (MIT) moeten laten schieten want ik had graag de vergelijking willen maken met waar ik eens verantwoordelijk over was, maar je kan op een dag gewoonweg niet alles. We gaan op tijd terug want de boot is nog niet klaar voor de oversteek. Morgenvroeg, als jullie aan de koffie zitten steken wij van wal (5 uur !) en hopen we donderdagmorgen in Nova Scotia aan te komen. Al met al (vanaf Panama) een behoorlijk trip die iets meer tijd heeft gekost dan we van te voren dachten. We doen het wel even (dat is ook wel gebeurd) maar het weer hadden we niet in de hand (zou ook niet best zijn) en ook al denk je dat de boot in tip top conditie is, er gaat altijd iets kapot. Maar goed, na een dikke 3500 mijl hopen we toch donderdag de Canadese vlag (die nog wel even gemaakt moet worden) in het want te kunnen hijsen en dan  . . . . . . . . . . . . . . . . . .

zoals altijd: wordt vervolgd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10 Replies to “JA !”

  1. Gefeliciteerd! Dit is werkelijk een blog met een grote glimlach. Goede reis weer verder en tot over een dik jaar (?)

  2. Dag lieverds, Allereerst van harte gefeliciteerd met Daan en Christine en verder lees ik dat het leven er bij jullie momenteel vanaf spat. Volgens mij zit je in de goede flow. Geniet daarvan en hou het vast???

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *